Nederlandse Spoorwegen (NS), voorheen Nederlandsche Spoorwegen, 1938 - 1994

Gewijzigd: j:16-08-2023

Inhoud:

Links:

Overige: Exploitanten:

Gegevens

Oprichting: 2 augustus 1937
Opheffing: 31 december 1994
Overgenomen door: NS-Reizigers (reizigersvervoer) en Railion (goederenvervoer)
Spoorwijdte: 1435 mm
Top

Algemeen

Van oorsprong zijn de MESS en de HSM geduchte concurrenten van elkaar. Door de oorlogsomstandigheden in de jaren 1914 - 1917 worden ze gedwongen samen te werken. Vanaf 1 januari 1917 beginnen de MESS en HSM met een gezamenlijke dienstuitvoering op hun netten onder geleidelijke invoering van de naam Nederlandsche Spoorwegen. Vanaf 1921 wordt er onder dezelfde naam een gemeenschappelijk spoorboekje uitgegeven. De rechtspersonen SS en HSM fuseren echter niet. Pas op 2 augustus 1937 wordt de N.V. Nederlandsche Spoorwegen opgericht. Vanaf 1 januari 1938 neemt de N.V. Nederlandse Spoorwegen alle belangen over van de MESS en HSM. Op 6 maart 1964 verandert de "sch" in een enkele "s" en is de naam N.V. Nederlandse Spoorwegen.

Naast de al aanwezige stoomlocomotieven van de MESS komen na de samenvoeging van de exploitatie ook van oorsprong HSM-machines naar de NOLS-lijnen. Met name de tenderlocomotieven van de HSM doen het goed op de NOLS-trajecten en blijven daar tot aan het eind van het stoomtijdperk rijden.

Betere locomotieven die vanaf de jaren twintig rijden, hebben onderweg minder verzorging nodig. De noodzaak voor de depots Coevorden en Stadskanaal wordt steeds minder. Op respectievelijk 15 mei 1938 en 22 mei 1937 sluiten de depots in Coevorden en Stadskanaal. De spoorwegen brengen de uitvoering van de dienst onder in de depots van Zwolle, Hengelo en Groningen. In deze plaatsen wordt van de bestaande accommodatie gebruik gemaakt. In de jaren 30 van de 20e eeuw zet de NS voor het eerst dieseltreinen in. Na een opleving van de stoomtractie in de Tweede Wereldoorlog gaat de NS daarna verder met de ontstoming. In de jaren 50 is het gedaan met de stoomtractie. Op 10 januari 1955 sluit de NS het stoomlocomotieven in Groningen, dat verantwoordelijk is voor de locomotieven op het traject Stadskanaal - Zuidbroek.

De stoomlocomotieven worden vervangen door diesellocomotieven voor de goederendienst. In de reizigersdienst komen dieseltreinstellen te rijden. Met de elektrificatie van Zwolle - Emmen worden de dieseltreinstellen vervangen door elektrische treinstellen. In de goederendienst blijven diesellocomotieven rijden omdat de fabriekssporen niet voorzien zijn van bovenleiding.

Met de liberalisering moet de NS opgedeeld worden in diverse zelfstandige onderdelen zoals NS-Reizigers, NS-Cargo en een onderhoudsafdeling.
Top

Stoomlocomotieven

Stoomlocomotieven NS-serie 3201 - 3247 (voorheen HSM-serie 601 - 647)

Deze serie is door verschillende fabrieken gebouwd en in een betrekkelijk lange periode (1895 - 1907) in dienst gesteld. De locomotieven hebben de asindeling C. Bij de HSM rijden de locomotieven hoofdzakelijk in de goederendienst. In 1942 rijden deze locomotieven enige tijd op de lijn Groningen - Zuidbroek - Stadskanaal. De laatste locomotieven worden in de jaren 1947 en 1948 afgevoerd.

Stoomlocomotieven NS-serie 3301 - 3315 (voorheen HSM-serie 671 - 685)

Deze door Werkspoor gebouwde locomotieven zijn in de periode 1912 - 1915 in dienst gesteld. Deze locomotieven zijn qua uitvoering en asindeling gelijk aan de serie 3200, maar hebben als extra een oververhitter. De locomotieven zijn in dienst gesteld als goederentreinlocomotieven en rijden tot de Tweede Wereldoorlog vanuit depot Feijenoord. In de Tweede Wereldoorlog wordt de serie verdeeld over het land. In deze periode rijden deze locomotieven met enige regelmaat op de spoorlijn Zwolle - Emmen, waarbij ze ook voor de personentreinen staan. Na de Tweede Wereldoorlog rijden deze locomotieven de goederentreinen op de trajecten Zuidbroek - Stadskanaal - (Ter Apel) en Stadskanaal - Assen. De serie is in de periode 1947 - 1954 buiten dienst gesteld. Het laatste jaar wordt door slechts 2 locomotieven gehaald.

[ns_3300_001]
Locomotief NS 3306 met trein te Ter Apel.
Foto Hofkamp, 6 augustus 1951.

-

Stoomlocomotieven NS-serie 3401 - 3420

De locomotieven van de serie 3400 zijn in 1921 gebouwd door de fabriek Berliner Maschinenbau A.G. in Berlijn. Van oorsprong zijn het goederentreinlocomotieven, maar hebben bij uitzondering ook voor personentreinen gestaan. Twee locomotieven met de nummers 3411 en 3420 zijn na de Tweede Wereld vermist. Zes locomotieven zijn bedrijfsvaardig. Op 30 januari 1948 worden 3408, 3413 en 3417 overgebracht van depot Rietlanden naar depot Zwolle om de olietreinen tussen Nieuw-Amsterdam en Zwolle te gaan rijden. Locomotief 3413 wordt in 1949 afgevoerd. In de loop van 1949 zijn alle resterende locomotieven (3403, 3408, 3409, 3410, 3412, 3415 en 3417) ondergebracht in depot Zwolle voor het rijden van de olietreinen. Dit betekent niet dat alle locomotieven voor de dienst beschikbaar zijn. Regelmatig moeten de locomotieven voor herstelwerkzaamheden naar Tilburg. Op 1 december 1949 zijn zelfs 4 van de 7 locomotieven in Tilburg. De 3409 en 3417 worden in 1950 uit de dient onttrokken en gesloopt. Tot de zomerdienstregeling van 1951 blijven de overgebleven 5 locomotieven in Zwolle in depot. Daarna vertrekken de 3403, 3408, 3410, 3412 en 3415 naar depot Hengelo, omdat vanaf de zomerdienstregeling 1951 de olietreinen via Almelo gaan rijden omdat het traject Almelo - Amersfoort elektrisch bereden kan worden. Een volle olietrein wordt altijd gereden door 2 locomotieven in voorspan. Een lege trein kan eventueel met een locomotief gereden worden. Per dag moeten er 4 treinen gereden worden. Zeker bij onderhoud of herstel van een of meerdere locomotieven is 5 locomotieven te weinig. Een locomotief van de serie 1700 neemt in een dergelijk geval de dienst over. Op 25 juli 1953 gaan de 5 locomotieven definitief aan de kant en mogen de diesellocomotieven van de serie 2000 weer aan de slag. In afwachting van de nieuwe diesellocomotieven van de serie 2400 die in 1954 komen.

[HUA_023]
stoomlocomotief uit de serie 3400 van de NS met een olietrein nabij Dalfsen.
Foto Nederlandse Spoorwegen, Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 806676, 1951.

-

Stoomlocomotieven NS-serie 3701 - 3820

In hun nadagen mogen de locomotieven van de serie 3700 af en toe een olietrein van Almelo naar Nieuw-Amsterdam rijden. De lege olietrein 4767 op zondag wordt in 1953 gereden door een 3700 van depot Hengelo.

Stoomlocomotieven NS serie 4301 - 4537

Na de oorlog rijden locomotieven van de serie NS 4301 - 4537 op de voormalige NOLS-lijnen. De locomotieven zijn in de Tweede wereldoorlog in Engeland gebouwd en hebben de asindeling 1D. In Engeland maken ze deel uit van een serie van in totaal 935 stuks. Om de bevrijdingslegers te helpen met de bevoorrading worden ze tussen oktober 1944 en februari 1945 naar Frankrijk, België en Nederland verscheept. Om het spoorwegvervoer in Nederland opgang te helpen huurt NS eerst 75, later 100 en uiteindelijk 237 van deze zogenaamde "Austerity" locomotieven van het "War Department". NS koopt een deel van de locomotieven. In 1958 worden de laatste locomotieven van deze serie afgevoerd.

Stoomlocomotieven NS-serie 5501 - 5555 (voorheen HSM-serie 701 - 755)

De locomotieven van de serie NS 5501 - 5555 zijn oorspronkelijk als nummer HSM 701 - 755 in Nederland in dienst gesteld. De eerste locomotieven rijden in 1898. De laatste komt in 1905 in dienst bij de HSM. De locomotieven zijn uitgevoerd als tenderlocomotief met een asindeling 2B1. Na de fusie van het materiaalpark van SS en HSM verschijnen deze locomotieven ook op de diverse NOLS-trajecten. In 1932 wordt de kolenbak verhoogd waardoor er 2 keer zoveel kolen, 4 ton i.p.v. 2 ton, meegenomen kan worden. Dit is vooral voor de relatief lange NOLS-trajecten van belang.

De versnelde en starre dienstregeling in de zomer van 1938 laat geen ruimte meer vrij voor de locomotieven van de serie 5500. De locomotieven zijn niet in staat om het traject Zwolle - Stadskanaal in één keer af te leggen zonder innemen van water en kolen, wat nodig is omdat het depot in Coevorden gesloten is.

In de Tweede Wereldoorlog kunnen de locomotieven niet gemist worden. Ze rijden onder andere op het heropende baanvak Stadskanaal - Assen. De locomotieven komen de eerste oorlogsjaren goed door. Bij het uitbreken van de spoorwegstaking is de serie op 1 locomotief na nog geheel compleet. Depot Groningen heeft 8 locomotieven, Zwolle 2 stuks en Hengelo bezit 9 locomotieven.

In de dienst Stadskanaal - Zuidbroek - (Groningen) rijden de locomotieven van de serie 5500 tot aan de sluiting van het personenvervoer in 1953. De laatste 7 locomotieven van deze serie gaan in 1954 buiten dienst.

[ns_5500_001]
Locomotief NS 5524 als trein 3608 van Mariënberg naar Almelo ter hoogte van Aadorp.
Foto Hofkamp, 8 juni 1947.

-

Stoomlocomotieven NS-serie 5701 - 5706 (voorheen HSM-serie 771 - 776)

De eerste 2 tenderlocomotieven met asindeling 2B1 van deze serie worden door Werkspoor in 1907 aan de HSM geleverd. Qua uitvoering lijken de locomotieven veel op de serie 5500. De serie 5700 bezit echter een oververhitter. In 1913 worden nog 4 locomotieven geleverd. In 1932 wordt de rand van de kolenruimte verhoogd, zodat er meer brandstof meegenomen kan worden. De locomotieven zijn na de materiaalfusie van SS en HSM geregeld ingezet op diverse NOLS-trajecten. In 1953 verdwijnen de laatste locomotief richting sloper.

Stoomlocomotieven NS-serie 5801 - 5805 en 5806 - 5812 (voorheen HSM-serie 801 - 805 en 806 - 812)

De eerste 5 tenderlocomotieven met asindeling 2B2 worden door Werkspoor in 1914 aan de HSM geleverd. Qua hoofdafmetingen zijn de een jaar later gebouwde 806 t/m 812 identiek, doch in opbouw zijn er behoorlijke verschillen. De laatste locomotieven worden in 1951 buiten dienst gesteld. Net als de serie 5700 wordt de serie in Tweede Wereldoorlog en in de jaren daarna regelmatig ingezet op de NOLS-trajecten.

Stoomlocomotieven NS-serie 6101 - 6110

Deze locomotieven zijn in 1929 in dienst gekomen. In de laatste jaren van de stoomtractie in noord Nederland rijden ze vanuit depot Hengelo de werkliedentrein Hardenberg - Mariënberg - Almelo - (Hengelo) v.v. Na 1955 is het afgelopen met de stoomtractie in dit deel van Nederland. Op 1 januari 1954 zijn nog 7 stuks van deze serie in dienst. In 1956 en 1957 gaan er respectievelijk 2 en 3 stuks buiten dienst. De laatste 2 gaan begin 1958 officieel aan de kant.

Stoomlocomotieven NS-serie 7701 - 7744 (voorheen HSM-serie 1005 - 1048)

De locomotieven van de serie NS 7701 - 7744 zijn de oorspronkelijke HSM 1005 - 1048. De locomotieven hebben de asindeling C. De HSM heeft deze locomotieven laten bouwen in de periode 1905 - 1914. De locomotieven komen al gauw in de rangeerdienst terecht. In de zomer van 1925 heeft depot Coevorden 1 locomotief van de serie 7700 voor het verrichten van de rangeerwerkzaamheden. Begin 1953 rijden er nog 7 exemplaren van deze serie in Nederland rond. De laatste locomotieven gaan in 1954 en 1955 buiten dienst.
Top

Diesellocomotieven

Locomotoren NS-serie 101 - 152

Het ontwerp van de eerste locomotoren stamt uit 1927. De bedoeling is om met een kleine en eenvoudige machine te kunnen rangeren op kleine emplacementen. De eerste locomotor nummer 101 is echter te licht uitgevoerd. De benzinemotor van 30 pk kan het werk niet aan. De volgende locomotor nummer 102 is weliswaar 20 pk sterker, maar nog steeds te weinig voor een adequate dienstvoering. De ervaring met de 101 en 102 gebruikt men voor de grote serie 103 - 152. De eerste locomotoren van deze serie komen vanaf 1930 in dienst. De locomotoren rijden met name in de provincies Groningen, Drenthe, Noord-Brabant en Zeeland.

In het begin van de jaren 30 van de 20e eeuw heeft station Gieten een eigen rangeerlocomotief van de serie 101 t/m 152 in dienst. Deze rijdt tevens de rangeerdienst van de stations Rolde en Gasselte. De benodigde goederenwagons worden van en naar Gieten meegenomen, zodat de buurtgoederentrein alleen nog te Gieten hoeft te stoppen om wagons te brengen en op te halen.

Vanaf 1939 worden de locomotoren gesloopt, omdat de vervolgserie 201 - 369 beter voldoet. De 117 is de laatste locomotor uit deze serie die de actieve dienst in 1948 verlaat. Er zijn 5 exemplaren bewaard gebleven bij verschillende museumorganisaties.

Locomotoren NS-serie 201 - 369 (Sikken)

Voor het rangeren op de kleine stations stelt de NS vanaf 1934 locomotoren van de serie 200 / 300 in dienst. De serie kent een lange bestelreeks. De laatste locomotor komt pas in 1951 in dienst. De locomotoren zijn eenvoudig van uitvoering en geschikt voor het lichte rangeerwerk. Ze krijgen de bijnaam "Sik".

In de jaren 70 en 80 hebben Coevorden en Emmen de beschikking over een eigen locomotor. In Coevorden staat de locomotor meestal naast de köf van de BE geparkeerd. Inmiddels zijn alle Sikken uit de dienst verdwenen. Vanwege het ontbreken van valbescherming mogen de locomotoren anno 2006 volgens de ARBO-regels voor een veilige werkomgeving niet meer gebruikt worden.

[ns_200_100]
Locomotor nummer 214 op het emplacement van station Emmen.
Foto R. van Wissen, 15 november 1986.

-

Locomotieven NS-serie 2001 - 2018 (voorheen NS-serie 601 - 619)

Om tijdens de bevrijding van west Europa snel troepen en goederen te vervoeren nemen de geallieerden eigen locomotieven mee. De locomotieven zijn eigendom van de US Army Transportation Corps (USATC) en zijn in de jaren 1943 en 1944 gebouwd. Vanwege een te kort aan trekkrachten neemt de NS aan het eind van de oorlog een 20-tal locomotieven over. 19 locomotieven worden geschikt gemaakt voor de dienst bij de NS. Een exemplaar dient als onderdelenleverancier. Vanaf 1946 komen ze in dienst. Het zijn 59 ton zware dieselelektrische locomotieven met Bo'Bo'-asindeling. De locomotieven zijn ontworpen door Baldwin, maar in licentie gebouwd door Whitcomb. Het elektrische gedeelte is afkomstig van Westinghouse. De locomotieven kunnen met hun door Buda gemaakte en 2 stuks 280 pk sterke dieselmotor een maximum snelheid bereiken van 65 km/h. De locomotieven zijn eenvoudig van constructie, zeer lawaaiig en niet erg bedrijfszeker. Bij een aantal locomotieven zijn de cilinderkoppen van de Buda-dieselmotoren gescheurd. Deze locomotieven zijn onder hun 600-nummer nooit bedrijfsvaardig geweest.

Met ingang van 6 december 1946 krijgen de toen in Zwolle aanwezige 600en de olietrein te rijden van Schoonebeek naar Zwolle rangeerterrein. Later gaan zij in Emmen goederenwagens aardappelen halen bestemd voor België, Frankrijk en Duitsland. De na 1947 sterk opgevoerde oliewinning te Schoonebeek maakt de olietreinen voor Pernis zo zwaar dat ze niet meer met redelijke snelheid door een locomotief serie 600 kunnen worden vervoerd. Het enkelsporige baanvak stelt het stipt op tijd rijden als gebiedende eis ten einden een optredende vertraging niet de gehele dag te laten doorwerken. De stoomlocomotieven serie 3400 gaat nu de olietrein Nieuw Amsterdam - Zwolle rangeerterrein rijden. De serie 600 behoudt wel de konvooien met ketelwagens van Nieuw-Amsterdam naar Schoonebeek benevens de gewone goederendienst naar Emmen. Ook hebben zij rangeerdienst te Nieuw-Amsterdam en Schoonebeek. Merkwaardig is dat zij op gedeelten van het baanvak Zwolle - Emmen enkele malen als voorspan van een 1700 een personentrein vervoeren. Zij rijden als er genoeg 600en beschikbaar zijn ook de middagdienst Zwolle - Hardenberg.

[ns_2000_001]
Olielaadinstallatie in Schoonebeek. Voor de trein staan 2 locomotieven van de NS-serie 2000.
Ansichtkaart.

-
Een renovatie met nieuwe motoren moet de bedrijfszekerheid verbeteren. Deze motoren zijn afkomstig van Thomassen uit de Steeg bij Dieren. Het zijn in licentie gebouwde en 300 pk sterke motoren van Frichs uit Aarhus Denemarken. Als eerste krijgt locomotief 604 in mei 1951 zo'n motor. In 1953 krijgen ze een nummer in de reeks 2001 - 2018. Waarbij de 603 vanwege het slechte frame niet wordt gerenoveerd. De 619 neemt haar plaats in de reeks in. Na deze renovatie is de betrouwbaarheid beter. Op de voormalige NOLS-trajecten rijden ze na het wegvallen van de serie 3400 vanaf 25 juli 1953 voornamelijk de olietreinen vanuit Schoonebeek naar Almelo. Ze hebben echter ook buurtgoederentreinen en sporadisch reizigerstreinen gereden. De olietreinen worden in dubbeltractie gereden. De locomotieven serie 2000 hebben echter geen treinschakeling meer en daarom moeten beide locomotieven bemand zijn met een machinist. Als serie 600 hadden deze machines nog wel een koppeling voor treinschakeling, maar deze is tijdens de revisie weggehaald. Dit duurt tot dat ze afgelost worden door nieuwe diesellocomotieven serie 2400 die wel treinschakeling kunnen rijden. Een lang leven krijgt de serie 2000 niet. Tussen 1958 en 1960 gaat de hele serie buiten dienst en wordt aansluitend gesloopt. In 1961 zijn alle locomotieven van deze serie verdwenen.

In Amerika en Italië blijven de voormalige oorlogslocomotieven veel langer in dienst. In 2017 haalt de museumorganisatie Stoomtrein Goes - Borsele (SGB) uit Goes een locomotief uit Amerika. In 2018 doet de Veluwse Stoomtrein Maatschappij (VSM) hetzelfde. Op dit moment zijn er dus weer 2 van dergelijke locomotieven in Nederland. Een treinreis naar Schoonebeek kunnen ze niet meer maken, maar wie weet zal van deze locomotieven ooit nog eens naar Nieuw-Amsterdam of Emmen komen!

Locomotieven NS-serie 2201 - 2350

Voor het rijden van zware goederentreinen stelt de NS vanaf 1955 de serie 2200/2300 in dienst. De locomotieven 2201 - 2300 zijn gebouwd door Allan te Rotterdam met een Superior-motor die in licentie door Stork is gebouwd. De 2301 - 2350 komen van Sociëté des Forges et Ateliers de Creusot, Usines Schneider te Le Creusot nabij Lyon Frankrijk. Deze fabriek bouwt zelf de Superior-motoren in licentie. De rest van de elektrische uitrusting komt in beide gevallen van Heemaf. De laatste locomotief komt in 1958 in dienst. Om nog zwaardere treinen te rijden kunnen de locomotieven tot maximaal 4 stuks gekoppeld worden.

De locomotieven serie 2200/2300 rijden jaren lang de olietreinen tussen Nieuw-Amsterdam en Almelo of Zwolle. Zij zijn hiervoor meer geschikt dan hun leeftijdgenoten van de serie 2400. De serie 2400 heeft beduidend minder vermogen aan boord. Bij het aanzetten van de zware olietreinen komt dit duidelijk naar voren.

[ns_2200_001]
Twee locomotieven van de serie 2200 met voorop loc 2251 vertrekken uit Emmen met een goederentrein.
Foto R. van Wissen, 1 augustus 1988.

-
Na de elektrificatie van de spoorlijn Zwolle - Emmen wordt de serie 2200/2300 gebruikt voor de goederendienst. In het weekend overnachten er 4 locomotieven uit deze serie op het station van Emmen.

Al in 1972 vallen de eerste locomotieven ten prooi aan de sloophamer. In de jaren daarna verdwijnen er steeds meer locomotieven van deze serie. Met ingang van de winterdienst van 90/91 is het afgelopen van de serie 2200/2300 en verdwijnt de laatste uit de actieve dienst. Alleen in musea zijn nu nog een afgevaardigden van deze serie te zien.

Locomotieven NS-serie 2400 - 2530

Eind 1952 bestelt de NS bij Alsthom in Belfort Frankrijk 50 locomotieven voor het rijden van lichte en middelzware goederentreinen. Deze locomotieven krijgen de serie aanduiding serie 2400. In de loop der tijd wordt de serie uitgebreid tot 130 stuks. De eerste 2 locomotieven komen in december 1953 de grens over. Daarna volgen diverse testritten met de eerste exemplaren om de kwaliteiten van de locomotieven te beproeven. Op een van de testritten komen de locomotieven ook naar de voormalige NOLS-lijnen. Op 21 april 1954 rijden de 2401 en 2402 met meetwagen van Eindhoven naar Emmen om aldaar te overnachten. De volgende morgen gaat het voor dag en dauw om 4.48 uur naar Nieuw-Amsterdam om daar om 5.00 uur te arriveren. Even later brengen 2 locomotieven serie 2000 de volle olietrein bestaande uit 32 wagens uit Schoonebeek binnen. De 2401 en 2402 nemen de olietrein over en vertrekken om 5.33 uur als trein 4768 naar Almelo. De beide locomotieven 2000 rijden als extra trein achter de olietrein aan. In Almelo nemen de locomotieven 2000 de olietrein weer over. De beide locomotieven serie 2400 vertrekken samen met de meetwagen richting Zwolle. In het voorjaar van 1954 komen de eerste locomotieven in actieve dienst. De laatste locomotief van de serie komt in 1957 in dienst.

[bergentheim_019]
Goederentrein getrokken door locomotief 2424 in de buurt bij Bergentheim.
Foto R. van Wissen, 21 maart 1986.

[ns_2400_003]
De nog bruine locomotief 2444 staat gereed voor vertrek in Nieuw-Amsterdam.
Foto R. van Wissen, 30 mei 1986.
Vanaf de indienstelling van de serie 2400/2500 zijn zij regelmatig op de trajecten van de voormalige NOLS aan te treffen. Zij rijden de buurtgoederentreinen op de diverse trajecten. Tevens krijgen de locomotieven de olietreinen te rijden. Een taak die ze enkele jaren later weer moeten afstaan aan de sterkere serie 2200.Oorspronkelijk zijn de locomotieven geheel bruin geverfd. Later krijgen ze het geel / grijze uiterlijk.

Tot mei 1987 rijden de locomotieven van de serie 2400/2500 de goederentreinen tussen Almelo en Emmen. 's avonds overnachten meestal meerdere locomotieven op het emplacement van Emmen.

[ns_2400_001]
Locomotief 2530 staat met goederentrein in Emmen klaar voor vertrek.
Foto R. van Wissen, 24 juli 1985.

-
Locomotief 2530 is als enige in de serie uitgerust met een verhoogde cabine. De machinist heeft rondom zicht, daardoor is de locomotief uitermate geschikt voor het rijden van de onkruidbestrijdingstrein. Als er niets te besproeien is, rijdt de locomotief in de normale dienst en komt regelmatig in Emmen met de buurtgoederentrein. De locomotief blijft behouden en is ondergebracht bij de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM).

Locomotieven NS-serie 2901 - 2905

Met de winterdienst van 1973 komt de serie 2900 in de goederendienst naar Emmen. Deze locomotieven zijn afkomstig van de Staatsmijnen (151 - 155) waar zij al jaren lang dienst hebben gedaan. Na het sluiten van de mijnen zijn ze in 1970 te koop. Vanwege een te kort aan trekkrachten koopt de NS de locomotieven. De NS knapt de locomotieven op en verft ze in de nieuwe geel-grijze NS-kleurencombinatie. Op 28 oktober 1972 is de 2901 nog de trots van de NS bij een materiaalshow in Coevorden. De machinisten zijn over het algemeen tevreden over het comfort van de machines. Doordat het goederenvervoer blijft afnemen en omdat de serie te klein is om doelmatig in te zetten, wil de NS al weer snel van de serie af. Begin 1975 is het definitief met deze locomotieven op NS-baanvakken gedaan. De NS verkoopt de locomotieven naar Spanje. Op 5 maart 1975 vertrekken de locomotieven per schip naar hun nieuwe eigenaar.

[ns_2900_001]
Locomotief NS 2901 staat in haar nieuwe uiterlijk tussen andere diesellocomotieven geparkeerd naast de lijwerkplaats te Zwolle.
Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 159449, 19 januari 1971.

-

DB-serie 216

Vanwege een te kort aan diesellocomotieven huurt de NS in de periode 1970 en 1985 bij haar Duitse collega Deutsche Bundesbahn (DB) een aantal locomotieven van het type DB 216. De locomotieven doen vooral dienst op de spoorlijnen in de buurt van Duitsland. Ook op de voormalige NOLS-lijnen zet de NS de locomotieven in. De locomotieven rijden o.a. de olietreinen van Schoonebeek naar Almelo en goederentreinen op de spoorlijn Zuidbroek - Stadskanaal. De locomotieven worden bediend door personeel van de NS dat daarvoor speciaal is opgeleid. Klein onderhoud vindt eveneens in Nederland plaats, maar voor groot onderhoud gaan de locomotieven terug naar Duitsland.

[db_216_001]
DB locomotief van de serie 216 met volle olietrein uit Schoonebeek rijdt Almelo binnen.
Foto R. van Wissen.

[db_216_002]
DB locomotief van de serie 216 met containertrein vanuit Veendam in station Zuidbroek.
Onbekende fotograaf.
Een aantal van de locomotieven zijn creme met blauw geschilderd, maar er doen ook machines dienst die nog de oudere kleur rood hebben. Op het moment dat er weer voldoende locomotieven zijn wordt de huur van de Duitse locomotieven opgezegd.
Top

Elektrische locomotieven

Locomotieven NS-serie 1201 - 1225

Reeds ver voor de elektrificatie in 1987 komt er uiterst zelden een locomotief van de NS-serie 1200 in opzending met de olietrein mee naar Nieuw-Amsterdam. Door een attente conducteur worden passagiers in de reizigerstrein bij het passeren in Nieuw-Amsterdam op dit bijzondere feit gewezen. 5 locomotieven gaan na hun actieve leven bij de NS over naar ACTS. In dienst van ACTS komen de locomotieven wel op de lijn Zwolle - Coevorden te rijden. Zie de betreffende paragraaf.

Locomotieven NS-serie 1601 - 1658

Om de oude NS-series 1100, 1200 en 1300 te vervangen gaat de NS over tot de aanschaf een serie universele locomotieven. De locomotieven worden ondergebracht in de NS-serie 1600. Door de scheiding van de NS in een reizigers- en een goederendeel wordt de serie eind jaren 90 gesplitst. NS-Reizigers nummert haar locomotieven om in de NSR-serie 1800. De Railion locomotieven (1601 - 1637) blijven in de serie 1600. Later verkoopt Railion nog enkele locomotieven aan NS-Reizigers.

[emmen_058]
Locomotieven 2405 en 2401 vertrekken uit Emmen en nemen elektrische locomotief 1626 in opzending mee. Het zal nog 3 jaar duren voor de spoorlijn elektrisch kan worden bereden.
Foto E. Masselink, 5 mei 1984.

-
Sinds de elektrificatie komen de locomotieven sporadisch op de spoorlijn Zwolle - Emmen voor. O.a. de Sandite treinen voor de gladheidsbestrijding worden door een locomotief van de serie 1600 gereden. Ook deze locomotiefserie is reeds voor de elektrificatie van het baanvak Zwolle - Emmen wel eens op bezoek geweest. Auteur heeft een foto van de 1626 in opzending achter 2 diesellocomotieven van de NS-serie 2400 bij vertrek uit Emmen. Waarom de locomotief de reis naar Emmen gemaakt heeft, is bij de auteur niet bekend.
Top

Benzine- en dieseltreinstellen

Algemeen

Voor het rijden met een stoomtrein zijn minimaal 3 personeelsleden nodig. Een machinist voor het regelen van de snelheid van de trein, een stoker voor het verzorgen van het vuur en een conducteur voor het toezicht in de trein. Daarnaast hebben stoomlocomotieven relatief gezien veel verzorging en onderhoud nodig en is de aanschaf kostbaar. Zeker op minder drukke lijnen is deze exploitatievorm relatief kostbaar. Om een kostengunstigere exploitatie te verkrijgen, zetten de spoorwegen vanaf de jaren 20 in de 20e eeuw motorwagens in. Het concept van de motorwagens gaat uit van een eenmansbediening waarbij de machinist gelijktijdig toezicht houdt op de reizigers via een raam tussen cabine en reizigersafdeling. De eerste motorwagens rijden op benzine en krijgen de naam 'om' (oliemotorrijtuig). Vanwege een gebrek aan vloeibare brandstof moeten de spoorwegen in de Tweede Wereldoorlog weer teruggrijpen op de stoomtractie. Na de oorlog wordt volop dieselelektrisch materiaal ingezet. In 1956 is het met de stoomtractie in het noorden van het land gedaan.

Motorrijtuigen NS-serie omBC 1901 - 1903

De eerste serie van 3 rijtuigen met verbrandingsmotoren bestellen de Nederlandse Spoorwegen bij Linke Hofmann in Duitsland. De motorrijtuigen zijn oorspronkelijk voorzien van een benzinemotor en een mechanische overbrenging van de firma AEG. De motorrijtuigen krijgen de benaming omBC 1901 - omBC 1903 en beschikken over een 2e en 3e klasse afdeling.

De motorrijtuigen komen in 1923 in dienst en worden ingezet vanuit depot Zwolle. De motorrijtuigen kunnen een maximale snelheid bereiken van 75 km/h. De motorrijtuigen zijn in de eerste plaats bedoeld voor de inzet tussen Zwolle en Kampen. Tussen 1923 en 1934 rijden de motorrijtuigen behalve op hun stamlijn ook op diverse andere spoorlijn rondom Zwolle waarbij ze ook worden ingezet op de NOLS-spoorlijn Zwolle - Coevorden. De motorrijtuigen kunnen gecombineerd rijden de motorrijtuigen uit de series omC 1901 -1910 en omBC 1904 - 1910.

[HUA_033]
Afbeelding motorrijtuig omBC 1901 tijdens een testrit.
Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 163256, 1923.

-
Vanaf begin 1934 rijden de motorrijtuigen vanuit depot Delfzijl ook op NOLS-spoorlijn Zuidbroek - Delfzijl. Dit blijft zo tot de opheffing van de spoorlijn eind 1934. In 1938 zijn de 3 motorrijtuigen alle weer in Zwolle in depot. Bij de oorlogshandelingen in mei 1940 verbranden de omBC 1901 en 1902 op het terrein van depot Zwolle. De omBC 1903 ontspringt de dans maar in de oorlogsjaren is er een gebrek aan brandstof waardoor het motorrijtuig niet of nauwelijks wordt gebruikt. Na de Tweede Wereldoorlog wordt het motorrijtuig samen met de overgebleven exemplaren uit de andere serie ingezet om het spoorvervoer in Nederland weer op gang te helpen. Na de instroom van nieuw dieselmateriaal is er geen emplooi meer. Het motorrijtuig heeft zijn leven nog weten te rekken als werkwagen tot begin jaren 60 van de 20e eeuw.

Motorrijtuigen NS-serie omC 1901 - 1910, later omC 1921 - 1930

Als vervolg op de eerste 3 rijtuigen laten de Nederlandse Spoorwegen 10 vergelijkbare motorrijtuigen bouwen bij de firma's Werkspoor en Beijnes. Deze motorrijtuigen zijn eveneens uitgerust met een benzinemotor. De motorrijtuigen bezitten uitsluitend 3e klasse accommodatie. De motorrijtuigen krijgen de benaming omC 1901 - 1910. Net als de serie omBC rijden deze motorrijtuigen op diverse spoorlijnen rondom Zwolle. De motorrijtuigen kunnen met z'n tweeën in treinschakeling rijden. De dienst op Zwolle - Emmen wordt meestal in tweespan gereden. Op 7 maart 1925 wordt een proefrit gehouden met 3 rijtuigen (omC 1901 + 1903 + 1910). Dit is in de normale dienst zover bekend niet voorgekomen.

Deze in 1924 indienstgestelde motorrijtuigen rijden tot eind 1934 vanuit het depot Zwolle. Met de dienstregeling van 5 juni 1925 wordt op werkdagen 1 retourdienst tr. 592/591 tussen Almelo en Mariënberg uitgevoerd met een motortrein van de serie omC 1901 - 1910. Later rijden ze ook op de spoorlijn naar Coevorden.

[HUA_031]
Motorijtuig uit de serie omC 1901 - 1910 te Zwolle.
Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 151628, 1930.

-
In 1934 nummert de NS de serie om in omC 1921 - 1930 vanwege nummerdoublure met de omBC 1901 - 1903 en omBC 1904 - 1910. In de Tweede Wereldoorlog gaan de omC 1922, 1923, 1924 en 1928 bij de brand in Zwolle verloren. De omC 1929 is na de oorlog vermist. De resterende motorrijtuigen rijden samen de overgebleven exemplaren uit de andere serie na de Tweede Wereldoorlog veelal op de spoorlijnen rondom Zwolle. Na de instroom van modern dieselmateriaal worden de motorrijtuigen afgevoerd.

Motorrijtuigen NS-serie omBC 1904 - 1910

Met ingang van de winterdienst 1929 gaan er motorrijtuigen van de serie omBC 1904 - 1910 rijden op het traject Zuidbroek - Delfzijl. Deze rijtuigen zijn bedoeld voor de Woldjerspoorweg, maar rijden ook op andere spoorlijnen vanuit depot Delfzijl. In 1938 is de gehele serie in Zwolle in depot. Sinds die tijd worden ze ook ingezet op het NOLS-traject Zwolle - Emmen. De brand in Zwolle in mei 1940 wordt alleen door de omBC 1904 en 1905 overleeft. Deze beide motorrijtuigen gaan in 1952 buiten dienst.

[HUA_034]
Motorrijtuig omBC 1909 staat klaar in het station van Groningen om via de Woldjerspoorlijn naar Delfzijl te rijden.
Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 163299, september 1932.

-
Getuige oude foto's hebben de omBC 1904 en 1905 na de Tweede Wereldoorlog nog op het traject Zwolle - Emmen gereden. In dubbeltractie zijn ze in staat om tevens enkele rijtuigen mee te nemen.

Treinstellen NS-serie DE3, 11 - 50, later 141 - 171

In de zomer van 1951 maakt de NS voor het eerst gebruik van dieseltreinstellen op het baanvak Zwolle - Emmen. Het betreft hier de vooroorlogse dieseldriewagentreinen, die zijn vrijgekomen door de elektrificatie van het baanvak Utrecht - Apeldoorn. Deze treinstellen gelden bij hun indienststelling in 1934 als zeer revolutionair. In hun eerste jaren rijden de treinen voornamelijk op de het nog niet geëlektrificeerde middentraject. Nadat steeds meer trajecten onder de draad worden gebracht, verhuizen de treinen steeds meer naar de secundaire spoorlijnen. In zijn laatste jaren komt de serie ook op de spoorlijnen Zwolle - Emmen en Mariënberg - Almelo te rijden.

[ns_de3_oud_001]
Ontmoeting van diverse dieselvoertuigen in Mariënberg. Het linker treinstel is DE3 nummer 149 (19) die dienst doet op het traject Zwolle - Emmen. Daarnaast staat DE2 nummer 69 voor de dienst naar Almelo. Locomotief 2465 en 2421 rijden de goederentrein.
Fotograaf onbekend, 27 juni 1960.

-
In de zomerdienst van 1951 rijden de DE3 stellen bijvoorbeeld 4 slagen tussen Zwolle en Emmen. Vooral voor de spitstreinen Hardenberg - Mariënberg - Almelo - (Hengelo) v.v. worden de treinstellen regelmatig ingezet. In 1952 krijgen de treinstellen, in verband met de komst van de nieuwe DE1 en DE2 treinstellen, nieuwe nummers in de reeks 141 - 171. Begin jaren 60 van de 20e eeuw gaan de laatste treinstellen naar de sloper. Op 21 maart 1961 raakt treinstel 153 betrokken bij een overwegbotsing bij Zalné in de buurt van Zwolle en op 7 september 1961 is treinstel 167 betrokken bij een overwegbotsing nabij de brug over het Oranjekanaal te Zuidbroek. Treinstel nummer 27 is behouden gebleven en staat in oorspronkelijke zilverkleurige uitvoering stationair in het Spoorwegmuseum te Utrecht.

Treinstellen NS-serie DE5, 51 - 68

In 1940 neemt de NS dieselvijfwagentreinstellen in dienst. Vanwege gebrek aan brandstof in de Tweede Wereldoorlog worden de treinstellen de eerste jaren nauwelijks gebruikt. Na de Tweede Wereldoorlog moeten de meeste treinstellen eerst grondig hersteld worden, voordat ze voor het eerste echt inzetbaar zijn. De treinstellen zijn bedoeld voor de sneltreindienst op niet geëlektrificeerde trajecten. Vanaf 1968 rijden de DE5 treinstellen op de spoorlijn Zwolle - Emmen. Ook rijden ze dagelijkse werkliedentrein op het traject Hardenberg - Mariënberg - Almelo - (Hengelo) v.v.. De treinstellen zijn aan het eind van hun levensduur. De NS versnelt in 1970 de reistijden van de meeste treinen. De DE5 treinstellen zijn niet in staat de nieuwe rijtijden waar te maken en verdwijnen richting sloper.

[ns_de5_001]
Treinstel nummer 196 als trein 8031 naar Emmen bij Herfte aansluiting.
Foto J.H.S.M. Veen, 5 mei 1969.

-

Treinstellen NS-serie DE1, 21 - 50

De 30 stuks treinstellen DE1 zijn bedoeld voor de minst drukke spoorlijnen in Nederland. De treinstellen zijn net als de hierna te behandelen serie DE2 gebouwd bij Allan & Co's Koninklijke Nederlandsche Fabrieken van Meubelen en Spoorwegmateriaal N.V.. De eerste exemplaren komen in 1953 in dienst. De laatste rolt in 1954 uit de fabriek. Ze doen jarenlang dienst op het traject Mariënberg - Almelo. In drukke tijden kunnen ze gekoppeld rijden. Ook het combineren met de DE2 treinstellen behoort tot de mogelijkheden. In 1985 gaan de laatste stellen uit dienst.

Als afscheidsrit wordt door de NVBS op 30 april 1985 een rit met 3 gekoppelde stellen van Groningen naar Stadskanaal en terug gereden. Vanwege de enorme belangstelling wordt dezelfde rit ook op 27 april 1985 uitgevoerd.

De DE1 nummer 41 komt als rijvaardig monument in handen van het Spoorwegmuseum in Utrecht. In die hoedanigheid wordt het treinstel af en toe ingezet voor historische ritten. Zo rijdt het treinstel op 25 september 2000 van Zuidbroek via Stadskanaal naar Musselkanaal voor filmopnames.

[ns_de1_021]
Treinstel DE1 nummer 27 in de oorspronkelijke kleurstelling in station Geerdijk.
Onbekende fotograaf, 26 juli 1967.

[ns_de1_005]
Treinstel DE1 nummer 37 vertrekt uit Mariënberg.
Onbekende fotograaf, 1 mei 1982.
Op 22 april 2001 rijdt de DE1 nummer 41 als onderdeel van een rondrit door het land via Almelo, Mariënberg naar Zwolle. Tussenstops worden gemaakt in Vriezenveen, Vroomshoop en Ommen.

Treinstellen NS-serie DE2, 61 - 106 (later 161 - 186)

Vanaf 1954 worden de DE2 treinstellen ingezet op Zwolle - Emmen en Mariënberg - Almelo. Op Zwolle - Emmen blijven ze rijden tot de komst van de nieuwe DE3 treinstellen in 1962. Na de introductie van de nieuwe DE3 stellen komen de DE2 alleen nog incidenteel in actie op het traject Zwolle - Emmen. Alleen in de ochtend- en avondspits en bij een groot gebrek aan DE3 stellen komen de treinstellen nog wel eens naar Emmen. Op Mariënberg - Almelo hebben ze hun hele leven lang gereden, samen met hun DE1 collega's.

In 1975 wordt het eerste treinstel met nummer 88 gemoderniseerd. Tot 1981 worden in totaal 26 treinstellen gemoderniseerd. De treinstellen zijn herkenbaar aan de NS gele kleur. De gemoderniseerde treinstellen krijgen een eigen nummerreeks 161 - 186. De niet gemoderniseerde treinstellen worden gesloopt. In 1985 verdwijnt het laatste rode treinstel richting sloper.

[ns_de2_003]
Een treinstel DE2 als trein 8021 onderweg naar Emmen in de buurt van Herfte.
Foto J.H.S.M. Veen, 5 mei 1969.

[hardenberg_048]
Spitstrein bestaande uit 2 stellen DE2 op weg naar Emmen in Hardenberg.
Foto R. van Wissen, begin jaren 80 van de 20e eeuw.
Drie treinstellen DE2 (nummers 164, 180 en 186) gaan over naar Oostnet, later Connexxion, voor de dienst op het traject Mariënberg - Almelo.

Het treinstel met nummer 180 blijft behouden en is eigendom van de Haarlem IJmuidense Spoorweg Maatschappij (HIJSM). Naast treinstelnummer 180 bezit de HIJSM ook 3 treinstellen plan U. Samen worden de treinstellen bij diverse evenementen ingezet.

Treinstellen NS-serie DE3, 111 - 152 (plan U), later gedeeltelijk 191 - 195

Tussen 1960 en 1963 stelt de NS de nieuwe dieselelektrische treinstellen DE3. De 42 stellen werden genummerd als 111 t/m 152. Deze treinstellen worden afgeleverd in een rode kleur met zand gele bies. Oorspronkelijk bezitten de treinstellen schuifdeuren die door de reizigers zelf opengeschoven moeten worden. De stellen krijgen al gauw de bijnaam "Rode Duivel". Tot aan de elektrificatie in 1987 rijden deze treinen veruit de meeste diensten op het traject Zwolle - Emmen. Alleen in de spits en bij materiaalproblemen zet de NS wel eens andere materiaal in.

Tussen 1965 en 1967 worden de stellen voorzien van ATB. De ATB kast is gemonteerd in de bagage-afdeling. Aan het eind van de jaren 60 en begin jaren 70 worden de plan U stellen gespoten in de gele NS-huiskleur met blauwe reclamebanen erop. Wegens vele deurstoringen die optraden bij stuifsneeuw in de winter, worden de schuifdeuren tussen 1971 - 1972 vervangen door automatische zwaai/zwenk deuren. Tussen 1980 en 1984 is een gedeelte van de serie de plan u van Sprinter-ramen voorzien om zo te kunnen beschikken over reserve raamonderdelen voor de rest van de serie.

Treinstel nummer 117 rijdt de zomerdienst van 1994 bont beplakt met stickers als Attractie-express op Enschede - Almelo - Emmen voor bezoekers van pretpark Slagharen en het Noorder Dierenpark in Emmen. Ook andere stellen dan de 117 doen hierin dienst.

[ns_de3_011]
Het nieuwe DE3 treinstel 123 staat nabij de werkplaats te Zwolle.
Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 151229, 21 september 1961.

[ns_de3_001]
DE3 treinstel komt vanuit Zwolle - Coevorden binnengereden. Rechts van het achterste rijtuig is het aansluitwissel van de firma De Baat zichtbaar.
Foto R. van Wissen, jaren 80 van de 20e eeuw.
Een aantal DE3 treinstellen ondergaan een revisie om hun diensttijd te verlengen. Om het onderscheid tussen de niet gereserveerde treinstellen te verduidelijken krijgen de vernieuwde treinstellen een nummer in de reeks 191 - 195. Door de liberalisering van diverse diesellijnen in het land is er voor de NS-reizigers treinstellen echter geen emplooi meer. De resterende treinstellen worden opgeslagen voor verkoop. In 2006 dient zich een koper aan en worden een aantal treinstellen nogmaals opgepoetst. Een aantal plan U treinstellen vertrekt inderdaad naar het buitenland.

Op zondag 7 december 2003 wordt de eerste officieuze afscheidsrit van de dieseltreinstellen plan U gereden, in de vorm van een ledig materiaalritje van Amersfoort via Geldermalsen - Tiel - De Vork - Arnhem - Zutphen - Hengelo - Oldenzaal - Hengelo - Almelo - Mariënberg - Emmen naar Zwolle. De stellen 195 + 125 zijn de gelukkigen om nog éénmaal over de fraaie diesellijnen van ons land te mogen rijden.

[HUA_035]
Treinstel uit de serie DE3 staat langs het eerste perron van station Coevorden. Het 2e spoor is opgebroken.
Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 809729, periode 1974 - 1975.

-
Een 3-tal plan U treinstellen blijft bewaard. De treinstellen met nummers 113, 115 en 121 zijn eigendom van Haarlem IJmuidense Spoorweg Maatschappij (HIJSM). Treinstel nummer 113 is door de HIJSM inmiddels weer in de originele rode kleur geschilderd. De HIJSM zet de treinstellen in bij allerhande spoorwegevenementen in het land in. De spoorlijn Zwolle - Emmen is inmiddels ook weer door de HIJSM treinstellen bereden.

Treinstellen NS-serie DH2, 3201 - 3231

De DH2 is de tweedelige variant van het DH1 materiaal. Ze rijden de drukkere treinen. Ook deze treinstellen worden aangeduid met de naam Wadloper.

Net als de DH1 komende meeste treinstellen in handen van exploitant NoordNed.

[ns_dh2_001]
DH2 materiaal in Coevorden tijdens een NVBS-excursie. Trein staat gereed voor vertrek richting Laarwald en Bentheim.
Foto R. van Wissen, 6 maart 1982.

-
Voor speciale gelegenheden komen ze ook op andere baanvakken. Zo rijdt de NVBS op 6 maart 1982 een speciale kennismakingsrit vanuit Zwolle naar Coevorden en via de Bentheimer Eisenbahn naar Twente en vandaar weer naar Zwolle terug. De trein bestaat uit 3 gekoppelde DH2 treinstellen.

Op 29 april 2000 rijdt de NVBS met treinstel DH 3222 in NoordNed beschildering de spoorlijn Zuidbroek - Stadskanaal.
Top

Elektrische treinstellen

Treinstellen mat'54

De eerste jaren na de elektrificatie rijdt plan '54 materiaal het hoofdaandeel van de treinen. Dit materiaal is echter behoorlijk op leeftijd. Ten opzichte van de dieseltreinen DE3 is het een achteruitgang in comfort. Er bestaan 2 en 4-delige treinstellen. Zowel enkele treinstellen als combinaties komen voor. Vanaf 1990 verdwijnt het materiaal richting sloper. Tot op het laatst van hun leven komen de stellen met zekere regelmaat op de spoorlijn Zwolle - Emmen in actie.

[ns_mat54_001]
Een vierdelig mat'54 treinstel vertrekt uit Emmen.
Foto R. van Wissen. eind jaren 80 van de 20e eeuw.

-
Een van de vierwagenstellen (nr. 766) is bewaard gebleven en in de handen van de stichting Mat'54. Deze stichting houdt het treinstel rijvaardig en probeert het zoveel mogelijk in de originele fabriekstoestand terug te brengen. Qua uiterlijk is dat inmiddels gebeurt, daar het treinstel weer in het groen rond rijdt. De stichting maakt af en toe uitstapjes met het treinstel. Zo komt het treinstel op 22 mei 1999 ook naar Emmen toe.

Rijtuigen

Algemeen

Met de komst van de treinstellen is het gebruik van rijtuigen op de NOLS-lijnen uitzonderlijk. In de jaren 70 van 20e eeuw zet de NS bij gebrek aan voldoende treinstellen getrokken treinen met rijtuigen in. Om het omlopen van de locomotief aan het eindpunt te voorkomen wordt beide zijden van de trein voorzien van een diesellocomotief.

Ex NCS-rijtuigen

In juni 1938 worden de ex NCS-lokaaltreinrijtuigen B 1601 - 1606 en C 1601, C 1603 - 1606 ingezet op de spoorlijn Stadskanaal - Groningen. Deze rijtuigen zijn door de NCS in eigen beheer gebouw in de periode 1896 - 1898. Het zijn 3-assige rijtuigen met open balkons aan de kopse kanten. Het laatste rijtuig verlaat in 1953 de actieve dienst.

Zweedse rijtuigen, serie SJ 1400 - 1900

Wegens gebrek aan voldoende materiaal huurt de NS na de Tweede Wereldoorlog rijtuigen van de Zweedse spoorwegen. Deze Zweedse rijtuigen doen vanaf 31 maart 1947 ook dienst op de spoorlijn Zwolle - Emmen. Deze treinen worden getrokken door een stoomlocomotief. Twee stammen van ieder 5 rijtuigen, waarvan 1 beplakt als 2e klas rijtuig en een bagagerijtuig, doen dienst op de lijn naar Emmen. Nadat er voldoende eigen materiaal beschikbaar komt, worden de rijtuigen in januari 1950 weer teruggestuurd naar Zweden. De NOLS-lijn hebben ze dan al verlaten. Op 10 december 1948 worden ze daar vervangen door ZHSEM-rijtuigen.

Rijtuigen ZHSEM

In 1908 worden voor de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij (ZHSEM) rijtuigen in dienst gesteld. De ZHSEM exploiteert de Hofpleinlijn tussen Den Haag en Rotterdam. In de Tweede Wereldoorlog worden veel van de rijtuigen afgevoerd naar Duitsland of verwoest. Een aantal overgebleven en herstelde rijtuigen doen na de Tweede Wereldoorlog dienst op de spoorlijn Zwolle - Emmen.

Rijtuigen NS-serie B 6400

Begin jaren 30 van de 20e eeuw worden de stalen coupérijtuigen C 6401 - C 6485 in dienst gesteld. De rijtuigen bezitten 12 coupés 3e klasse en hebben de aanduiding C12c. In het midden van het rijtuig bevinden zich 2 toiletten. De rijtuigen hebben geen overgang naar andere rijtuigen. In de Tweede Wereldoorlog gaan diverse rijtuigen verloren. Het restant komt na de Tweede Wereldoorlog weer in dienst. In 1956 vervalt de 3e klasse en worden de rijtuigen omgevormd tot rijtuigen 2e klasse. De rijtuigen rijden tot in de jaren 60 van de vorige eeuw op de spoorlijn Mariënberg - Almelo. In de jaren 1962 - 1966 worden de rijtuigen uit dienst genomen en aansluitend gesloopt.

Rijtuigen NS-serie B 6601 - B 6714 (plan E), voorheen (C 6601 - C 6714)

De rijtuigen C 6601 - C 6714 zijn tussen 1954 en 1956 gebouwd in de tijd dat het 3e klassenstelsel nog bestaat. In dezelfde serie zijn ook de rijtuigen B 6501 - B 6546 (later A 6501 - A 6546) en CKD 6901 - 6926 (later BKD 6901 - 6926) gebouwd. In het kader van Spoorslag '70 wordt de frequentie van de treindienst in Nederland verhoogt. Voor de noordelijke diesellijnen hebben de spoorwegen te weinig materiaal. Als oplossingen wil de NS met rijtuigen in trek-duw verband gaan rijden. Daartoe maakt NS 43 rijtuigen uit de serie B 6601 - B 6714 hiervoor geschikt. Ze krijgen als extra kenmerk "DE" bij hun nummer. 14 rijtuigen krijgen een gedeeltelijke 1e klas voorziening en krijgen daarmee de codering AB. De tractie wordt meestal geleverd door locomotieven uit de NS-serie 2200. Aan weerszijde van de trein bevindt zich een locomotief. Op de eindstations behoeft dan niet gerangeerd te worden. Normaal leveren beide locomotieven tractie. Via een speciaal aangelegde kabel onder de rijtuigen staan de locomotieven met elkaar in verbinding. In de tijd dat NS locomotieven serie DB 216 huurt, worden ook deze locomotieven ingezet voor de rijtuigen. De DB 216 rijdt echter alleen en moet dus op de eindstations omlopen.

[ns_plane_001]
Trein bestaande uit plan E rijtuigen in Emmen. Aan beide kanten van de trein is een locomotief NS-serie 2200 aanwezig. Tussen de voorste locomotief en de rijtuigen is het verwarmingsrijtuig zichtbaar.
Foto R. van Wissen, jaren 80 van de 20e eeuw.

-
Op de spoorlijn Zwolle - Emmen worden deze trek-duw treinen meestal ingezet in de ochtendspits. Een trein bestaat gewoonlijk uit 3 B-rijtuigen en 1 AB-rijtuig. De diesellocomotieven die de trein rijden beschikken echter niet over voorzieningen om elektriciteit te leveren voor de elektrische treinverwarming. Daartoe moet er in de wintermaanden een energiewagen meerijden, die de elektriciteit opwekt voor de verwarming van de rijtuigen. Deze energiewagens bouwt de NS uit oude gesloten goederenwagens type Gs (ex S-CHO). In totaal laat de NS 7 van deze energiewagens bouwen.

De eerste trek-duw trein bestaande uit plan E rijdt in 1971. De laatste trein rijdt in 1987. Op de Emmerlijn rijden ze tot aan het begin van de elektrische tractie in juni 1987. Na hun dieselavontuur worden de 43 DE-rijtuigen weer ingezet op de elektrische baanvakken samen met hun niet verbouwde soortgenoten. Inmiddels zijn alle rijtuigen buiten dienst.
Top