Aardappelvervoer

Gewijzigd: j:18-10-2023

Inhoud:

Links:

Bedrijven:

Algemeen

Op de percelen die vrij komen na het steken van de turf worden veel aardappels geteeld. Een deel van de aardappels gaat naar de aardappelmeelfabrieken. Een ander deel is bedoeld voor consumptie en gaat op transport naar het westen van het land. Ook naar Duitsland en België gaan grote hoeveelheden aardappelen. In het najaar van 1911 en 1912 is het zeer druk met het transport van de aardappelen. Ook in de periode van december 1912 tot januari 1913 spreekt de directie van de NOLS over een grote goederenstroom aan aardappels. Volgens de directie had het nog meer kunnen zijn als de Staatsspoorwegen sneller goederenwagens beschikbaar zouden stellen. Daarentegen zijn er in het najaar van 1913 beduidend minder aardappeltransporten.

Naast concurrentie van andere transportmiddelen zoals de scheepvaart, heeft de hoeveelheid te transporteren aardappels ook te maken met invloeden van de natuur. Door droogte of juist te veel regen wil de oogst nog wel eens kleiner uitvallen. In de zomer van 1911 wordt heel Europa geteisterd door droogte, waardoor overal de oogsten kleiner uitvallen. Om het verlies te compenseren proberen veel handelaren uit midden Europa aardappels te kopen in Nederland. Voor de spoorwegen betekent dit veel extra werk om de aardappels naar het land van bestemming te brengen. Ook vanaf de NOLS-lijnen vindt veel vervoer van aardappelen plaats. De keerzijde is dat de aardappelmeelfabrieken in het gebied minder aardappels krijgen aangeboden en de prijs van de aardappels voor de consument stijgt.

[exloo_044]
Het laden van aardappels in een goederenwagen op het emplacement van Exloo. Het laden gebeurt nog volledig met de hand.
Foto Drents Archief, fotograaf onbekend, collectie gemeente Odoorn, fotonr. Og04033, rond 1935.

[buinen_037]
Het laden van aardappels in goederenwagens op het emplacement van Buinen. De aardappels worden met paard en wagen aangevoerd.
Foto Drents Archief, fotograaf onbekend, collectie Drents Archief, fotonr.DM280598, rond 1929 - 1930.
Het emplacement van Valthe telt bij de opening 1 losspoor waarop in totaal 8 stuks twee-assige goederenwagens passen. Tijdens de eerste oogstcampagne is al snel duidelijk, dat het losspoor te kort is om het transport van de oogst snel en ordelijk af te handelen. Vanwege plaatsgebrek in Valthe parkeren de Staatsspoorwegen daarom ook goederenwagens in Exloo en Weerdinge. Naast goederenwagens met aardappelen worden in Valthe ook veel goederenwagens met turf geladen. Het emplacement van Valthe kent dan ook vele uitbreidingen. Naast de uitbreidingen aan de lossporen worden ook de beide perronsporen verlengd. Hierdoor moet de kruising met de Hoofdstraat worden voorzien van een tweede spoor.

In 1917 worden er van verschillende laadplaatsen langs de NOLS-spoorlijn eveneens weer een groot aantal goederenwagens met aardappels verstuurd.

Anderen 17 Bergentheim 60 Buinen 1.114
Drouwen 256 Coevorden 502 Gieten 523
Dalen 8 Gasselte 339 Gasselternijveen 401
Emmen 343 Meeden - Muntendam 97 Noordbroek 150
Exloo 387 Nieuw-Amsterdam 609 Rolde 265
Stadskanaal 2.001 Stadskanaal Pekelderweg 236 Veendam 1.333
Vroomshoop 290 Valthe 182 Vriezenveen 24
Wildervank 183 Weerdinge 33 Zuidbarge 1.186

Op 9 juli 1919 schrijft de heer Geert Dijksterhuis, groothandelaar in kunstmeststoffen en aardappelexporteur te Stadskanaal, aan de minister van Waterstaat een brief met de boodschap, dat de spoorweghaven te Stadskanaal te druk is. Vooral in het seizoen nemen de wachttijden te grote vormen aan. Hij stelt de minister voor om zelf een spoordok aan te leggen. Voor het aansluiten van het losspoor op het emplacement van Stadskanaal vraagt hij toestemming aan de minister. Deze toestemming blijft echter uit. Op 8 december 1919 stuurt de heer Dijksterhuis een telegram naar de minister van Waterstaat met het verzoek om zijn havenspoor te mogen aansluiten aan de hoofdsporen van het station Stadskanaal. Wanneer hij deze toestemming niet zou krijgen, moet hij veertig werknemers ontslaan, omdat hij dan geen werk meer voor ze heeft. Op 8 maart 1920 krijgt de heer Dijksterhuis de officiële vergunning van het ministerie van Waterstaat afdeling Spoorwegen.

In het voorjaar van 1923 vraagt de Raad van commissarissen zich af waarom er in 1922 zo weinig aardappels zijn vervoerd. De raad vraagt om opheldering bij de directie. Als toelichting doet de directie bij het jaarverslag van 1922 een overzicht van de aardappeltransporten in 1922 en 1921. De verschillen zijn groot.

NL NL D D B B
1921 1922 1921 1922 1921 1922
Juni 117 70 72 66 80 36
Juli 111 0 100 61 250 20
Augustus 4.194 40 2.707 0 8.579 0
September 7.545 181 3.536 146 4.449 0
Oktober 12.559 841 8.550 883 6.709 129
November 5.846 1.076 3.800 1.171 4.695 123
December 1.093 176 362 35 3.397 70
Totaal 31.505 2.383 19.127 2.362 28.359 378

In november 1928 wordt vanuit Rolde gemeld dat de prijzen voor export aardappels zeer laag zijn. Eigenheimers gaan voor NLG 1,35 per 70 kg per trein naar Portugal. De witvlezige King Edwards aardappelen speciaal voor Engeland doen NLG 1,75 per 70 kg.

Net als in de Eerste Wereldoorlog zijn in de Tweede Wereldoorlog de aardappels uit de Veenkoloniën een belangrijke voedselbron voor de mensen in het westen van het land. Langs het traject van de NOLS worden 3 centrale verzendstations aangewezen. Deze 3 stations, Assen, Coevorden en Stadskanaal behandelen in de oorlogsjaren 1941, 1942 en 1943 samen in totaal meer dan 77.000 goederenwagens met aardappelen. Ook direct na de Tweede Wereldoorlog is het vervoer van aardappelen belangrijk om de mensen in het westen van Nederland te voorzien van eten. In mei 1945 worden er aardappels opgehaald in de spoorweghaven van Bergentheim.

Eind jaren 90 vindt er alleen vanuit Coevorden nog vervoer van aardappels plaats. De firma Henk Hentzen transport de aardappels vanuit Coevorden naar diverse plaatsen in Europa. Binnenlands transport via het spoor is al lang niet meer aan de orde. Oorspronkelijk vindt het transport vanaf de losweg van het station plaats, later vanaf de eigen vestiging op het Europark. Echter ook het bedrijf van de heer Hentzen sluit in 2007.

Naast vervoer van hele aardappels vindt er ook vervoer plaats van aardappelmeel. Dit product wordt door de diverse aardappelmeelfabrieken in de regio gemaakt. Aardappelmeel wordt vooral in tanks vervoerd. Jonker in Veendam is een van de transporteurs. In Veendam heeft Jonker aardappelmeel overgepompt in goederenwagens.

[HUA_028]
Laden van een silowagen (bollenwagen) type Ucs van de N.S. met aardappelmeel op de losweg te Veendam door de firma Jonker.
Foto NS fotonummer 22393, Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 171648, 21 november 1968.

[coevorden_149]
Koelwagens op de losweg van Coevorden voor het vervoer van aardappels. Op de losweg staan mobiele lopende banden voor het laden van de koelwagens.
Foto R. van Wissen, 21 maart 1986.
Top