Ongelukken 1930 - 1939

Gewijzigd: j:25-10-2023
De NOLS-spoorlijnen hebben niet alleen voordelen gebracht, maar zijn ook onderdeel geweest van diverse ongelukken waaronder enkele met trieste dodelijke afloop. In dit hoofdstuk is een opsomming gegeven van kleine en grote ongelukken, die hebben plaats gevonden. De lijst is niet compleet, maar wordt wel continue aangevuld met nieuwe informatie. Hieronder staat de lijst van ongevallen tussen 1930 en 1939.
1930 - 1931 - 1932 - 1933 - 1934 - 1935 - 1936 - 1937 - 1938 - 1939

1930

31 januari 1930, Assen
De 93-jarige J. Hanning uit Assen steekt op deze vrijdagochtend de overweg in de Loonerstraat over en komt in aanraking met de locaaltrein uit Rolde. De man komt ten val en blijft bewusteloos liggen. Hij blijkt een tweetal ribben en de rechterarm te hebben gebroken en wordt naar het ziekenhuis vervoerd. Een dag later overlijdt de man in het ziekenhuis.
04 november 1930, Rolde
Een 55-jarige landbouwer uit Deurze gaat 's avonds op de fiets voor een bezoek naar Balloo. Op de terugweg is hij waarschijnlijk gegrepen door de trein die om 22.15 uur uit Rolde is vertrokken richting Assen. De volgende ochtend wordt zijn zwaar verminkte lichaam en fiets langs het spoor gevonden op 50 meter van de overweg. De machinist heeft waarschijnlijk niets van de aanrijding gemerkt.
Top

1931

16 april 1931, Buinen
Op een overweg in Buinen vindt een aanrijding plaats tussen een wipkar met 2 paarden en een trein. De trein komt uit de richting Exloo. Bij de botsing komt één van de paarden om het leven. Het andere paard slaat op hol. De wipkar raakt zwaar beschadigd. Persoonlijke ongelukken doen zich niet voor.
Top

1932

7 maart 1932, Vroomshoop
Rond 17.00 uur wordt op een onbewaakte overweg te Vroomshoop een auto gegrepen door de trein naar Almelo. In de auto zit dokter Van Buren. Hij is de assistent van dokter Van Brakel uit Den Ham. De auto wordt 50 meter meegesleurd door de trein en is geheel verbrijzeld. Dokter Oskam uit Vroomshoop verleent eerste hulp. Het slachtoffer wordt opgenomen met hoofdwonden en heeft vermoedelijk interne kneuzingen.
24 maart 1932, Coevorden
Op het station van Coevorden rijdt 's middag rond 14.30 uur een Duitse trein uit Bentheim op de stilstaande locale trein Zwolle - Stadskanaal, tengevolge van een defect aan de remmen. Door de schok vliegt de achterste wagen van de stilstaande trein, een bagagewagen, tegen den voorlaatste wagen aan. Op achterbalkon van dit rijtuig staat een dame die ernstige inwendige kneuzingen oploopt. Het balkon wordt geheel vernield. De lokaaltrein kan na een vertraging van een half uur de reis naar Stadskanaal voortzetten. Uit een nader bericht blijkt, dat de gewonde de dienstbode mej. Trip is, die uit Arnhem waar zij in betrekking is, naar haar woonplaats te Emmen terugkeert. Zij is met ernstige maar niet levensbedreigende verwonding opgenomen in het ziekenhuis van Coevorden. Behalve deze ernstige gewonde, raken nog aantal andere passagiers lichtgewond. De marechaussee start een onderzoek hoe het kan dat beide trein op hetzelfde spoor rijden. Medewerkers van de spoorwegen ruimen de restanten snel op. Rond 15.30 uur herinnert ter plaats niets meer aan het ongeluk.
10 mei 1932, Weiwerd
Een 2-jarige jongen dat aan de aandacht van de ouders is ontsnapt, zit in de buurt van Weiwerd te spelen op de spoorbaan. De aanstormende motortrein op de Woldjerspoorlijn die om 7.16 uur uit Groningen is vertrokken, overrijdt het kind nabij de onbewaakte overweg te Weiwerdermeeden. Het kind zit tussen de rails, maar gaat staan zodra de motortrein nadert. Daardoor wordt het geraakt door de koppeling van de motortrein. De jongen komt niet onder de wielen terecht. Met ernstig bloedende wonden wordt het kind door omstanders naar de ouderlijke woningen gebracht. Na enige uren overlijdt de jongen. De bestuurder van de motortrein verklaart tegen de politie dat hij het kind niet tijdig heeft gezien en dat een botsing onvermijdelijk was.
30 juli 1932, Vroomshoop
Rond 17.00 uur wordt de ongeveer 50 jaar oude arbeider Poffert op een onbewaakte overweg bij Vroomshoop gegrepen door de trein van Mariënberg naar Almelo. Het slachtoffer wordt 300 meter meegesleurd. De man overlijdt ter plaatse aan zijn verwondingen. Het treinverkeer ondervindt enige vertraging door het ongeluk.
27 augustus 1932, Mariënberg
Hedenmiddag omstreeks 16.00 uur geraakt de spoorwegarbeider H. v. d. B. op het station Mariënberg in brand. Hij is bezig met het spuiten van natriumchloride ter verdelging van het onkruid tussen de rails. Hierbij komt vloeistof op zijn klomp en dit ontbrandt door de hitte van de zon. Bij een poging de brand te blussen met de andere klomp, vat deze eveneens vlam, terwijl dadelijk de kleren tot aan de heupen in brand vliegen. Met een deken doven omstanders de brandende kleren. De spoorwegarbeider heeft brandwonden op zijn benen en wordt door een dokter verbonden en aansluitend naar huis vervoerd.
7 oktober 1932, Meeden - Muntendam
De trein, die om 9.37 uur uit Veendam vertrokken is richting Zuidbroek, komt in de buurt van station Meeden - Muntendam in botsing met 2 wagens die de spoorbaan oversteken. De wagens worden getrokken door 2 paarden. De trein ramt de achterste wagen. De inhoud van de wagen bestaat uit dakpannen. De wagen raakt zwaar beschadigd en alle pannen zijn kapot. De locomotief heeft geen noemenswaardige schade. De voerman uit Veendam en de beide paarden blijven ongedeerd. De voerman verklaart de trein niet gezien en gehoord te hebben.
Top

1933

14 februari 1933, Stadskanaal
's Morgens wordt op het emplacement van het hoofdstation Stadskanaal een lichaam met ingedrukte borstkas gevonden. Het blijkt het lijk van de spoorwegambtenaar A. Medendorp, wonende te Stadskanaal (W.) en dienstdoende aan het station. Hoe het ongeval precies heeft kunnen gebeuren is nog niet bekend, aangezien niemand van het personeel ook maar iets van het ongeluk heeft vernomen. De heer Medendorp is gehuwd en had enkele kinderen.
16 februari 1933, Mariënberg
Op deze avond rijdt de 30-jarige J. W. Eggen uit Beergerhaard per fiets nabij de onbewaakte overweg te Mariënberg, juist toen een trein in aantocht is. Als hij de rails oversteekt, wordt hij gegrepen en 15 meter meegesleurd door de passerende trein. Het slachtoffer overlijdt na enkele uren. Het zicht op de baan op de plaats van het ongeluk is geheel vrij.
13 april 1933, Gieten
Een vrachtauto uit de richting Gasselte van de heren Schuttrup en v.d. Veen uit Borger botst op de dalende spoorbomen bij Gieten. De spoorbomen worden gesloten om de trein van 17.00 uur uit de richting Assen door te laten. De spoorboom breekt af. De vrachtauto raakt lichtbeschadigd aan de cabine.
25 mei 1933, Veendam
De laatste trein van de dag komt om 23.30 uur in aanraking met een koe van de heer J. Bakker uit Veendam. De koe moet uit haar lijden worden verlost.
26 juli 1933, Exloo
Een jong beest van landbouwer J.Z. uit Exloo ontsnapt uit de weide en komt in aanraking met een passerende trein. Het beest overleeft de botsing niet.
10 september 1933, Rolde
De trein die rond 20.30 uur vertrekt naar Gieten botst bij Rolde op 2 koeien. Beide dieren overleven de klap niet. De dieren zijn vanwege de droogte uit de wei ontsnapt. De verzekering vergoedt de schade.
Top

1934

20 februari 1934, Valthe
Een 60-jarige vrouw reist 's avonds per trein van Exloo naar Valthe. De conducteur controleert bij vertrek in Exloo haar kaartje. In Valthe ziet de conducteur de vrouw echter niet uitstappen. Hij doorzoekt de trein, maar kan de vrouw niet vinden. Daarna slaat hij alarm bij het haltespersoneel. Vanuit Valthe en Exloo wordt een zoekactie gestart. Met zaklampen wordt het traject nagelopen echter zonder de vrouw te vinden. Enkele passanten nabij de halte Valthe weten op basis van het signalement van de vrouw, wie het is en gaan langs bij haar woning. Daar blijkt de vrouw al enige tijd geleden gearriveerd te zijn met letsel aan haar hoofd. De dokter was zelfs al langs geweest om de wond te verbinden. Naderhand wordt op circa 60 meter van de halte van Valthe haar treinkaartje gevonden. Vermoedelijk is de vrouw daar uit de nog rijdende trein gevallen.
14 maart 1934, Herfte
Om 7.05 uur ontspoort bij de aansluiting Herfte trein 3657 van Zwolle naar Coevorden. De tender en 5 rijtuigen komen op de plaats van de aansluiting naast het spoor te staan, waarvan er 2 kantelen. Het spoor van Zwolle naar Dedemsvaart en de beide aansluitende sporen naar Dalfsen zijn versperd. De spoorkraan uit het depot van Nijmegen moet er aan te pas komen om de rijtuigen te hersporen. De schade aan rails, wissels en rijdend materiaal is aanzienlijk. Vanuit Mariënberg komt een locomotief met rijtuigen om de passagiers en goederen verder te vervoeren richting Coevorden. De versperring richting Dedemsvaart duurt tot 4.10 uur de volgende morgen. Richting Dalfsen is er vanaf 15 maart 20.00 uur met bijzondere maatregelen weer spoorvervoer mogelijk. In de tussentijd worden de reizigers met een motorwagen naar Herfte gebracht en met een andere trein naar Ommen vervoerd.
6 april 1934, Eext
Op de onbewaakte overweg bij Eext wordt een vrachtauto van de gebroeders Pepping aangereden door de trein die om 11.25 uur uit Assen vertrokken is. In de auto zitten 2 personen die beide lichtgewond raken. Een geneesheer uit Gieten verleent eerste hulp, waarna de slachtoffers naar huis worden gebracht. De chauffeur van de auto heeft vermoedelijk vanwege het slechte zicht en een gesprek met zijn passagier de trein niet zien aankomen. De trein komt vanachter het stationsgebouw vrij onverwacht te voorschijn. De trein zet zijn reis voort met ruim 10 minuten vertraging.
26 mei 1934, Vriezenveen
De familie Roolfs uit het Duitse Itterbeck is op deze zaterdag per fiets onderweg naar familie in Goor. Als ze op de Wierdenseweg via de onbewaakte overweg het spoor oversteken slaat het noodlot toe. De 2 kinderen zijn het spoor al overgestoken als de moeder van het gezin gegrepen wordt door de trein die om 10.45 uur uit Almelo is vertrokken naar Mariënberg. De vrouw is opslag dood. De man kan nog net op tijd van zijn fiets springen en heeft nog geprobeerd zijn vrouw te waarschuwen. Het stoffelijk overschot van de vrouw wordt naar het station gebracht vanwaar het naar Duitsland zal worden gebracht.
22 augustus 1934, Emmen
Op 22 augustus botst een bus rijdende op de Dordtschen Straatweg te Emmen op de onbewaakte overweg op een trein. De trein is om 16.51 uur uit Emmen vertrokken. In de bus zitten 18 arbeiders, de chauffeur, tevens eigenaar van de bus de heer Keen en diens 11-jarige dochter die voor haar plezier mee reist met haar vader, omdat het vakantie is. De arbeiders komen van een werkverschaffingsproject nabij Noord-Sleenerzand. De bus wordt compleet vernield. Drie personen, 2 arbeiders en de chauffeur, komen hierbij om het leven. De rest van de passagiers in meer en minder mate zwaargewond. De trein rijdt na te zijn gestopt, later weer verder richting Coevorden. Opmerkelijk is dat de media melden dat de leerling-machinist bij aankomst in station Coevorden vervangen moest worden, omdat hij de situatie geestelijk niet aan kan. De machinist zelf maakt zijn dienst blijkbaar gewoon af! Naar aanleiding van dit ongeluk stelt de heer Harm Smeenge op 27 augustus 1934 in de Eerste Kamer vragen aan de Minister over de veiligheid op onbewaakte overwegen. De Minister van Waterstaat geeft op 24 september antwoord op de vragen. De schuld van het ongeluk ligt aan de onoplettendheid van de chauffeur.
[keen_001]
De restanten van autobus nummer 3 na het ongeluk in Emmen op de overweg in de Dordtschen Straatweg.
Foto Drentsch artchief, fotonummer DA9261934083110.
[keen_002]
De restanten van autobus nummer 3 na het ongeluk in Emmen op de overweg in de Dordtschen Straatweg.
Foto Drentsch artchief, fotonummer DA9261934083112.
Top

1935

7 februari 1935, Gasselternijveen
Een overwegboom wordt in Gasselternijveen afgereden, omdat de heer Willem A. niet tijdig kan remmen. Volgens het slachtoffer daalt de spoorboom onverwacht en kan hij niet meer tijdig stoppen. Tijdens de strafzaak wordt de zaak verdaagd, omdat de rechter meer getuigen wil horen over de exacte gang van zaken.
27 oktober 1935, Mariënberg
Op deze zondagavond rond 18.00 uur komt een auto uit de richting Hardenberg met 5 volwassen en 2 kinderen aan boord in botsing met de binnenkomende trein uit Almelo. Slechts een persoon blijkt een vervelende neusblessure te hebben. Deze wordt behandeld door de dokter uit Bergentheim. De auto is zwaar gehavend en ook de locomotief en het eerste rijtuig hebben aanmerkelijke schade. Omstanders slepen de auto naar de zijkant. De bestuurder heeft door het slechte zicht die avond waarschijnlijk de trein niet zien aankomen. De politie zal de zaak echter verder onderzoeken. De inzittenden van de auto vervolgen hun reis later die avond per trein naar Almelo.
Top

1936

28 februari 1936, Wildervank
Op de onbewaakte overweg bij het station van Wildervank komt de wielrijder de heer W. Koopman uit Nieuwe Pekela in aanraking met een trein. De wielrijder komt uit de richting Wildervanksterdallen fietsen. Hij ziet vermoedelijk de trein uit de richting Zuidbroek over het hoofd. Langs het perron staat namelijk al de trein van 18.30 uur uit de richting Stadskanaal. Deze staat te wachten tot dat de trein uit de tegenovergestelde richting is gepasseerd. De fietser raakt ernstig gewond aan zijn rechter voet. Na verbonden te zijn door de plaatselijke arts wordt het slachtoffer per auto naar het ziekenhuis in Groningen gebracht.
24 september 1936, Zwollerkerspel
Op de onbewaakte overweg te Zalné, gemeente Zwollerkerspel, wordt 's middags rond 17.00 uur een motorrijder, de heer Biersma uit Dalfsen, toen hij naar zijn woonplaats terugkeert, gegrepen door een trein. De trein is even daarvoor vertrokken uit Zwolle naar Coevorden. De motor wordt 20 meter meegesleurd. De berijder wordt 10 meter weggeslingerd. Ernstig gewond blijft hij langs de rails liggen. Hij is naar het Sophia-ziekenhuis te Zwolle overgebracht, waar blijkt dat hij beide benen en een arm heeft gebroken en tevens hoofdwonden en inwendige kneuzingen heeft opgelopen. Vermoedelijk heeft de motorrijder niet opgelet, omdat het zicht op die plek zeer goed is. De motor is geheel vernield. De trein rijdt verder met een vertraging van 15 minuten.
29 oktober 1936, Emmen
Een bestuurder van een motorbakfiets wil vlak voor een trein vanuit Zwolle naar Emmen de onbewaakte overweg aan de Sterrenkamp in Emmen met hoge snelheid oversteken. Hij gaat rakelings voor de locomotief langs. Hij schrikt dermate van het voorval dat hij zijn evenwicht niet kan houden en van zijn motorbakfiets valt en met ernstige verwondingen door omwonenden wordt opgevangen. De trein rijdt zonder te stoppen verder naar het station van Emmen en komt daar volgens planning aan om 17.18 uur.
30 oktober 1936, Emmen
Op de onbewaakte overweg in de Boschlaan komt een jeugdige fietser uit Emmer-Erfscheiderveen in botsing met de trein die zojuist om 13.44 uur uit Emmen naar Zwolle vertrekt. De fietser zit vermoedelijk voorovergebogen over het stuur en heeft de trein niet aan zien komen. De fietser komt onder de locomotief en de trein. De trein is nog niet op volle snelheid en de machinist kan de trein snel tot stilstand brengen. Om de jongen te bevrijden moet de locomotief losgekoppeld worden. Hij heeft vrij ernstige hoofdwonden en kneuzingen en een beenbreuk. De gewonde is per ziekenauto naar het Wilhelmina-ziekenhuis in Assen overgebracht. De trein loopt een vertraging op van een 1/2 uur.
31 oktober 1936, Exloo
Door een verkeerde wisselstand op het emplacement van de halte Exloo botsen 2 treinen op elkaar. De trein van 21.30 uur uit Stadskanaal staat langs het perron te wachten als de trein uit Coevorden binnenkomt. Deze rijdt echter op hetzelfde spoor. Een botsing is ondanks snel remmen niet meer te vermijden. De machinist van de stilstaande trein lost snel de remmen waardoor het geheel makkelijker veert bij de botsing. Door de botsing worden de reizigers in beide treinen flink door elkaar geschud, enkele reizigers lopen vleeswonden op. Na een 1/2 uur kunnen beide treinen op eigen kracht hun reis weer vervolgen. Twee rijtuigen en een bagagewagen blijven achter, omdat deze te veel zijn beschadigd. De plaatsvervangend stationsbeambte heeft het wissel in de verkeerde stand gezet. Door goed te anticiperen hebben de beide machinisten erger kunnen voorkomen. In januari 1937 komt het ongeluk voor de rechtbank in Assen. De machinist van de trein uit Coevorden verklaart dat alle seinen voor het binnenrijden van Exloo op veilig hebben gestaan. De officier van Justitie eist een gevangenisstraf van 14 dagen voor de ongelukkige beambte Jan Hendrik H. uit Emmen, die die avond in Exloo dienst doet. De stationschef van Exloo J. Smit verklaart dat de beambte een verantwoordelijk man is en goed bekend is met de plaatselijke situatie. De beambte pleit voor een voorwaardelijke straf. De rechter doet er echter een schepje bovenop en veroordeelt de beambte tot 40 gulden boete en een straf van 20 dagen hechtenis.
Top

1937

22 januari 1937, Farmsum
Schip ramt de spoorbrug over het Eemskanaal in de buurt van Farmsum. De spoorbrug raakt behoorlijk ontzet. Het treinverkeer van de Woldjerspoorlijn raakt gestremd. De NOLS-treinen tussen Zuidbroek - Delfzijl rijden anno 1937 al niet meer. De treinen uit de richting Slochteren rijden tot aan de zuidelijke oprit van de brug. Waarna de passagiers en de bemanning van de trein lopend de brug oversteken. Aan de andere kant van de brug staat een pendeltrein klaar om de reizigers naar Delfzijl te brengen. De terugtocht gaat in omgekeerde volgorde.
26 januari 1937, Rechteren
Op een onbewaakte overweg in Rechteren rijdt een auto bestuurd door de graaf van Rechteren tegen de trein Coevorden - Zwolle, die om 16.47 uur in Zwolle had moeten arriveren. De bestuurder heeft blijkbaar de trein niet aan zien komen of heeft te laat geremd. Van het voorste rijtuig raakt de treeplank beschadigd. De voorkant van de auto is geheel ingedrukt. De graaf blijft ongedeerd. Zijn jachtopziener naast hem raakt lichtgewond. De trein komt met 15 minuten vertraging aan in Zwolle.
15 februari 1937, Drouwen
Op een overweg tussen Buinen en het station Drouwen vindt omstreeks 16.30 uur een ernstige aanrijding plaats. De goederentrein die vanuit Stadskanaal is vertrokken, schept op de overweg een paard en wagen die eigendom zijn van bakker H. van Dijk uit Buinen. Het paard overleeft de botsing niet. De knecht van de bakker, die te Bronnegerveen brood had gevent, komt met de schrik vrij. Hij heeft vermoedelijk de trein over het hoofd gezien.
9 april 1937, Gasselternijveen
Op deze vrijdagavond om 21.45 uur rijdt een auto door de spoorboom bij Gasselternijveen en komt op de overweg tot stilstand. Op dat moment nadert zowel uit de richting Stadskanaal als Emmen een trein. De bestuurder rijdt snel achteruit om de overweg vrij te maken. Daarbij raakt hij een fietser die voor de overweg staat te wachten. De auto, fiets en spoorboom raken beschadigd. Volgens de bestuurder heeft hij de rode waarschuwingslichten niet gezien.
26 juli 1937, Bareveld
In de ochtend van maandag 27 juli 1937 is op de spoorbaan nabij de spoorbrug te Bareveld, het verminkte lijk gevonden van den 42-jarige haringkoopman G. B. Timmer, afkomstig uit Winschoten. Dhr. Timmer, die jaarlijks de veemarkt te Wildervank bezoekt, ligt hier met zijn schuit. Bij onderzoek blijkt, dat de man zondagavond door de laatste trein, die om 22.10 uur uit Stadskanaal naar Zuidbroek is vertrokken, is aangereden en op slag gedood. Het slachtoffer laat een vrouw met 9 kinderen achter.
15 november 1937, Vroomshoop
De trein vanuit Almelo stopt omstreeks 18.30 uur bij station Vroomshoop. Bij het wegrijden komt de trein op het verkeerde spoor terecht. De machinist merkt de fout en stopt de trein abrupt. Hij kan echter niet voorkomen dat 2 rijtuigen ontsporen en overhellen. De reizigers worden door elkaar geworpen en schrikken hevig. Er zijn echter geen gewonden. De reizigers worden verder vervoerd met bussen richting Coevorden, daar ze hun aansluitende trein in Mariënberg niet meer halen. De schade aan het materiaal is gering. In de nacht wordt het spoor weer vrijgemaakt.
Top

1938

21 februari 1938, Emmen
De 60-jarige aannemer dhr. Buter uit Emmercompascuum wordt rond 21.00 uur op een onbewaakte overweg nabij het station van Emmen gegrepen door de binnenkomende trein uit Coevorden. De man wordt door de trein meegesleurd en raakt ernstig gewond. Hij wordt naar het academisch ziekenhuis in Groningen vervoerd. De machinist verklaart dat hij aan beide zijde wachtende mensen bij de overweg zag staan en dat hij een fluitsignaal heeft gegeven. Waarom de heer Buter toch doorloopt is onduidelijk.
2 mei 1938, Exloo - Buinen
De Sik die goederenwagens van Exloo naar Buinen brengt, ontspoort op de terugweg bij vertrek uit Buinen. De ontsporing gebeurt rond 15.00 uur op het laatste wissel van het emplacement van Buinen. Het doorgaande spoor Exloo - Buinen is gestremd. Het duurt tot circa 19.00 uur voordat het spoor weer vrij is en er weer doorgaand treinverkeer mogelijk is. Er vallen geen gewonden.
28 juni 1938, Beerze
Een auto bestuurd door jhr. Suchtelen van der Haere uit Odoorn en daarnaast gezeten baronesse Bentinck tot Buckhorst uit Beerze wordt op een onbewaakte overweg in het landgoed van Baron Bentinck gegrepen door de trein Ommen - Coevorden. De trein is om 15.17 uur vanuit Ommen vertrokken. De auto wordt 15 meter meegesleurd en totaal vernield. De bestuurder komt er met lichte verwondingen vanaf. De Baronesse breekt beide benen en wordt met spoed naar het ziekenhuis van Zwolle vervoerd. De locomotief van de trein ontspoort en het duurt tot 17 uur voordat de spoorwegen er inslagen om alles weer op de rails te zetten. De reizigers moeten gedurende deze tijd in de trein blijven daar er geen alternatieven zijn. De auto is mogelijk vanwege een motorstoring op de overweg blijven staan.
21 juli 1938, Meeden - Muntendam
Toen de trein van 13.13 uur uit het station Meeden - Muntendam zich in de richting Stadskanaal wil begeven, komt uit de richting Winschoten een lege vrachtauto, waarmee turf is vervoerd. Hoewel het zicht daar geheel vrij is, let de bestuurder niet op de naderende trein. Op de overweg wordt de vrachtauto gegrepen en over de naast gelegen spoorbrug gesleept. De wagen blijft aan de overkant van de brug liggen. De bestuurder, de 23-jarige D. B. van Emmererfscheiderveen wordt in het kanaal geworpen. Hij heeft beide benen gebroken. Het slachtoffer wordt door de doktoren Van Heuvelen van Veendam en Maarsingh van Muntendam verbonden. Daarna wordt hij in ernstige toestand vervoerd naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen. Het slachtoffer overlijdt later op de middag in het ziekenhuis. De andere inzittende, de 36-jarige D. M. van Emmercompascuum heeft zijn hand verwond en hoeft niet naar het ziekenhuis vervoerd te worden. De auto is bij het ongeluk in stukken gescheurd.
12 augustus 1938, Wildervank
Op een onbewaakte overweg te Wildervank gebeurt een ernstig ongeluk. De 62-jar1ge landbouwer F. de Jonge uit Wildervank is bezig graan in te halen. Hij komt met twee lege wagens waarvoor twee paarden zijn gespannen, van de boerderij om naar het veld te gaan. Daar de landweggetjes allemaal de spoorweg snijden, is oppassen zeer noodzakelijk. Hoewel het uitzicht vrij is, houdt de landbouwer toch nog halt voor de spoorweg. Juist als de trein uit de richting Groningen nadert, zet het span zich plotseling in beweging. De voorste wipkar wordt door de locomotief gegrepen, terwijl de landbouwer over een afstand van 160 meter wordt meegesleurd en ernstig gewond raakt. Het slachtoffer heeft een ernstige schedelbreuk, een wond aan de linker slaap en een bloeduitstorting achter het linker oog. In hoogst zorgwekkende toestand is hij naar het Diaconessenhuis te Groningen vervoerd. De paarden blijven ongedeerd en lopen na het ongeluk rustig in een weiland. De trein naar Stadskanaal heeft een kwartier vertraging.
20 september 1938, Coevorden
Bij het binnenlopen van een trein uit de richting Dalen rond 22.00 uur in het station van Coevorden, valt een circa 65-jarige vrouw uit Dalen van het balkon. De vrouw komt circa 100 meter van het station naast de spoorlijn terecht. Na het tot stilstand komen van de trein rennen omstanders naar de vrouw. Zij wordt bewusteloos en ernstig gewond aangetroffen. Een dokter geeft eerste medische hulp en laat het slachtoffer naar het ziekenhuis in Hoogeveen brengen. Waarom de vrouw van het balkon is gevallen is onduidelijk. Op het moment van vallen staan meerdere vrouwen op het balkon van de trein.
23 november 1938, Coevorden
Tijdens een najaarsstorm raakt op 23 november 1938 een goederenwagen in Coevorden op drift. De goederenwagen wordt door de wind voortbewogen en haalt een snelheid van circa 20 km/h. Met de gang er goed in, vertrekt de goederenwagon omstreeks half zes 's avonds zelfstandig aan een reis in de richting Emmen. Op 1,5 kilometer ten noorden van Coevorden ontmoet de goederenwagen een goederentrein die juist uit de richting Emmen komt. Een botsing kan niet uitblijven, ondanks dat de machinist nog flink kan remmen. Het opruimen van de ravage heeft de gehele nacht geduurd.
Top

1939

6 januari 1939, Mariënberg
Een vrachtauto van de N.V. Waterleiding Mij komt op de onbewaakte overweg in de Kloosterweg in Mariënberg in botsing met een motortrein. De motortrein is zojuist uit Mariënberg vertrokken richting Zwolle en heeft nog weinig vaart. De bestuurder van de vrachtauto verklaart later in de rechtbank dat hij tussen de 25 en 30 kilometer per uur heeft gereden. Volgens de bestuurder van de vrachtauto kwam de motortrein achter een stoomtrein tevoorschijn. De bestuurder van de motortrein verklaart dat hij de vrachtauto niet aan heeft zien komen vanwege het slechte zicht vanuit zijn cabine naar de zijkant. De motortrein sleurt de vrachtauto circa 30 meter mee alvorens tot stilstand te komen. De rechterzijde van de vrachtautocabine is opengescheurd, maar omdat de bestuurder links zit blijft persoonlijk letsel uit. Het duurt enige tijd voordat de vrachtauto los gewrikt kan worden van de motortrein. Zodra de vrachtauto los is, vervolgt de motortrein met vertraging zijn reis naar Zwolle. De rechtbank eist een boete van NLG 20,00 of 10 dagen hechtenis.
21 februari 1939, Vroomshoop - Geerdijk
Als de 60-jarige mevrouw C. de Lange Bakker uit Purmerend na een logeerpartij bij familie in Vroomshoop 's avonds in de trein wil stappen op het station Vroomshoop - Geerdijk komt ze ongelukkig ten val. Ze valt achterover en komt onder de trein terecht. Ze overlijdt korte tijd later aan haar verwondingen.
23 februari 1939, Meeden - Muntendam
Omstreeks 15.00 uur rijdt een rangerende locomotor in de opengedraaide spoorbrug nabij station Meeden - Muntendam. Net op dat moment passeert de tjalk van de schipper J. Amerika, welke op weg is van Veendam naar Winschoten. De machinist weet nog tijdig van den locomotor te springen en zich in veiligheid te stellen. Het dek van het schip wordt zwaar beschadigd, doch van de opvarenden krijgt niemand enig letsel. Het ongeluk schijnt te moeten worden toegeschreven aan het feit, dat de machinist niet, of pas op het laatste ogenblik, heeft bemerkt, dat het brugsein op onveilig staat en de spoorbrug is geopend. De brugwachter, die ziet wat er gaat gebeuren, tracht de machinist nog te waarschuwen, doch tevergeefs. Het spoorwegverkeer op de spoorlijn Stadskanaal - Zuidbroek, dat over enkel spoor gaat, is ernstig gestagneerd. De passagiers in beide richtingen moeten voor de plaats van het ongeval de trein verlaten en over een andere brug naar de overzijde lopen, waar zij in een andere trein hun reis kunnen voortzetten. Uit Utrecht is met spoed een kraanwagen ontboden, daar die van Groningen de zware last niet kan tillen.
15 maart 1939, De Haandrik
Woensdag 15 maart 1939 rijdt landbouwer J. Bril met zijn paard en wagen over de onbewaakte overweg te de Haandrik op weg naar huis. Opdat moment komt de om 3 uur uit Coevorden vertrokken motortrein aangereden. De heer Bril kan nog net op tijd van de wagen springen. Het paard wordt echter gegrepen door de trein en wordt enkele honderden meters meegesleurd. De oorzaak van het ongeluk ligt in het feit dat de heer Bril vlak voor het ongeluk is afgeleid door een passerende auto. Aan het geluid meent hij weer een auto te herkennen, het blijkt echter de motortrein te zijn.
22 juni 1939, Emmen
Door de drukte op de Angelsoërdijk in Emmen vanwege het bezoek van Koningin Wilhelmina aan het Nederlands Hervormd Diaconessen Ziekenhuis wordt landbouwer Etting afgeleid. Zonder uit te kijken steekt hij met zijn lege hooiwagen en wipkar de overweg over. Op de overweg wordt hij gegrepen door de motortrein van half elf uit Coevorden. De kar komt onder de trein terecht. De landbouwer komt met de schrik vrij. Na drie kwartier kan de trein verder rijden naar het station van Emmen. De passagiers hebben de weg naar het station inmiddels al lopend afgelegd.
21 september 1939, Coevorden
De motortrein welke uit de richting Zwolle om 11.58 uur in Coevorden moet aankomen, rijdt deze donderdag bij de onbewaakte overweg tussen de stroocartonfabriek en de Turfstrooiselfabriek van de Gebr. Minke te Coevorden op een trailer, toebehorend aan de heer Dodde te Rotterdam, welke een lading turfstrooisel moet laden, bestemd voor Dordrecht. De trailer heeft pas een scherpe bocht gemaakt en heeft weinig vaart. Als de wagen op de overweg rijdt, slaat de motor af. Omdat de weg daar afhelt, loopt de wagen nog een eindje door. De chauffeur ziet de naderende motortrein niet. Hij merkt de trein pas na het claxonneren van de wagenvoerder. Dan kan hij echter niets meer doen om een aanrijding te voorkomen. Gelukkig is de trailer reeds zover over de rails heen, dat de motortrein de trailer van de rails af duwt. Het achterstel wordt vernield en de bumper van de motortrein is deerlijk gehavend.
7 december 1939, Zwollekerspel
Op een onbewaakte overweg te Zalné in Zwollerkerspel is vanmorgen een auto, bestuurd door een handelsreiziger uit Appingedam, die in de richting Zwolle rijdt, in botsing gekomen met de motortrein uit Coevorden. De rechterkant van de auto wordt door de trein 50 meter meegesleurd. Het linkergedeelte van de auto met de bestuurder wordt weggeslingerd. Dit deel komt tot stilstand tegen een hek. De bestuurder mag van geluk spreken en raakt slechts lichtgewond en wordt opgenomen in het ziekenhuis in Zwolle.
Top