Gegevens

Algemeen

Berend Jan Pieter (B.J.P.) Alferink woont oorspronkelijk in Barger Oosterveen schaft in 1919 3 voertuigen aan die de kentekens D1130, D1131 en D1132 krijgen. Later verhuist de heer Alferink met zijn bedrijf naar Zwartemeer. Daar worden in 1929 nog 2 voertuigen aangeschaft met de kentekens D6013 (15 januari 1929) en D6060 (22 maart 1929) en in 1930 nogmaals gevolgd door 2 voertuigen met de kentekens D6903 en D6904 beide ingeschreven op 26 juni 1930.

Op 5 april 1927 vat een autobus van de heer Alferink die met 6 passagiers onderweg was van Groningen naar Zwartemeer vlam op de Gieterdijk in de gemeente Gieten. De passagiers kunnen de autobus op tijd verlaten. Enkele colli vrachtgoed gaan verloren. Met een autobus uit Borger kunnen de reizigers hun tocht verder vervolgen.

Op 8 juli 1927 weigeren de Gedeputeerde Staten van Drenthe een vergunning voor de autobusdienst Zwartemeer - Klazienaveen - Nieuw-Dordrecht - Emmen - Odoorn - Ees - Borger - Gasselte - Gieten - Eext - Annen - Zuidlaren - Groningen v.v.

In november 1930 ontvangt de heer Alferink van de Carrosserie- en wagenfabriek van G.D. Jurgens aan de Grindweg in Winschoten zijn bestelde autobus. Zowel van buiten, als van binnen is de afwerking van de carrosserie, die gebouwd is op de nieuwste constructie van de Ford Truck, keurig en vakkundig en is in alles rekening gehouden met een comfortabele inrichting voor de passagiers. De rood met zwart geschilderde bus kan 21 personen vervoeren en dat op een zeer aangename wijze, daar van binnen de nieuwste snufjes aangebracht zijn. De zitplaatsen zijn met zacht leerdoek overtrokken en voor de raampjes hangen aardige gordijntjes, die de reiziger zich echt "thuis" doen voelen. Vier elektrische lampjes in de zoldering geven een aangename verlichting, terwijl er gelegenheid bestaat om, als men de plaats van bestemming bereikt heeft, de chauffeur hiervan dooreen belletje kennis te geven. Voorts vallen de niet horizontaal, maar verticaal openschuifbare niet-rammelende ramen op, wat ook zeer zeker zijn voordelen boven het oude systeem zal hebben.

Op 8 mei 1935 krijgt de heer B.J.P. Alferink een vergunningen om zijn autobusdiensten naar Groningen en Emmen verder uit te breiden. De heer Bergman uit Ter Apel gaat hier tegen in beroep. In 1936 verliest hij het proces. In 1935 beschuldigt de heer Alferink een aantal garagehouders uit Emmen en omstreken er van dat zij met luxe auto's voor de autobus uitrijden om passagiers op te pikken. De rechtbank is het met hem eens en legt de garagehouders een geldstraf op.