Gegevens

(*) De concessie heeft de optie om de treindienst te mogen verlengen naar Coevorden.

Algemeen

De Bentheimer Kreisbahn legt in Duitsland de spoorlijn Rheine - Bad Bentheim - Nordhorn - Emlichheim - Laarwald aan. In 1910 wordt de spoorlijn verlengt naar Coevorden. Het onderhoud van het rollend materiaal vindt plaats in het depot in Nordhorn.

In 1922 raakt de Bentheimer Kreisbahn in de problemen. Sinds 1914 is geen huur meer aan de NOLS betaald voor het gebruik van de accommodatie in Coevorden. De schuld is inmiddels opgelopen tot een bedrag van ruim NLG 30.000,00. Het grensstation Laarwald is te klein en heeft te weinig personeel voor een vlotte afhandeling van de treinen van en naar Coevorden. Door een sterke waardedaling van de Duitse Mark ten opzichte van de Nederlandse gulden is de uitvoer naar Nederland sterk gegroeid. De Bentheimer Kreisbahn verzuimt om een deel van dit vervoer over Coevorden aan te trekken. Het meeste vervoer gaat via andere grensovergangen in Twente en de Achterhoek.

In 1923 geeft de NOLS, de gemeente Coevorden en het ministerie van Waterstaat financiële steun aan de Bentheimer Eisenbahn om de spoorlijn Coevorden - Laarwald open te houden. Een kwijtschelding van rente volgt nogmaals in 1924. De NOLS is bereid om NLG 5.693,35 aan schulden kwijt te schelden. De gemeente Coevorden geeft NLG 2.000,00 aan de noodlijdende spoorwegmaatschappij. Het Ministerie van Waterstaat wordt verzocht NLG 3.897,78 over te boeken. Op 9 november 1923 is er een eerste nadere overeenkomst tot wijziging van de overeenkomst tussen de Bentheimer Eisenbahn en de SS. Het Ministerie van Waterstaat keurt de wijziging goed op 11 januari 1924. Per 1 januari 1924 verandert de naam Bentheimer Kreisbahn in Bentheimer Eisenbahn. Met de zomerdienstregeling van 1928 krijgt de Bentheimer Eisenbahn toestemming om de reizigerstreinen met 50 kilometer per uur te rijden. De reistijd van Coevorden naar Gronau daalt hierdoor naar 3 uur. Ondanks deze versnelling daalt het rendement van het reizigersvervoer. In 1930 neemt de Bentheimer Eisenbahn 8 bussen in dienst, die een deel van het reizigersvervoer in Duitsland gaan uitvoeren.

In juni 1959 begint de Bentheimer Eisenbahn met grote verwachtingen een buslijn Emlichheim - Coevorden. In eerste instantie rijden de bussen 4 retourritten per dag. Reeds na 4 maanden moet de frequentie vanwege geringe belangstelling verlaagd worden naar 2 ritten per dag. In 1966 rijdt de bus nog maar 1 keer in de week. Ook een in 1960 begonnen initiatief met de DVM voor een buslijn Emlichheim - Schoonebeek is geen succes.

De exploitatie van de BE gebeurt in het begin net als bij de NOLS met stoomlocomotieven. De stoomlocomotieven houden het in Duitsland echter langer vol dan in Nederland. Op 31 mei 1969 verzorgt stoomlocomotief BE 22 voor het laatst de tractie van een goederentrein van de Bentheimer Eisenbahn. Vanaf die tijd rijden alle treinen van de BE met diesellocomotieven. Voor rangeerwerkzaamheden heeft de BE een kleine locomotief op het emplacement van Coevorden gestationeerd. Deze zorgt voor de juiste samenstelling van de treinen.

Op het Duitse traject van de BE rijdt op 26 mei 1974 de laatste personentreinen. Vanaf dit moment is er alleen nog maar goederenvervoer per spoor. Op 30 juli 1982 heft de BE het traject Gronau - Bentheim op. Een deel van het tracé wordt vlak daarna opgebroken. De relatief nieuwe spoorstaven worden hergebruikt op het traject Laarwald - Coevorden.

Op 28 oktober 1987 ondertekenen de BE en de NS een 20 jarig verdrag voor een langdurige samenwerking in het goederenvervoer. Op 1 juli 1990 krijgt de BE van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de concessie en het beheer om zelfstandig te mogen rijden tussen Laarwald Grens en Coevorden.

In september 1993 gaat de BE de NAM-olietreinen van Schoonebeek naar Osterwald in Duitsland rijden. Het olievervoer is van korte duur, omdat de NAM in 1996 stopt met het oppompen van olie in Schoonebeek vanwege de hoge kosten.

In 1995 viert de BE haar 100-jarig bestaan. Op 21 mei 1995 vinden diverse feestelijkheden plaats op het emplacement van station Nordhorn.

De BE verhuist in mei 1994 haar Nederlandse kantoor vanuit de goederenloods aan het emplacement van Coevorden naar het fabrieksterrein De Heege. De nieuwe huisvesting bestaat uit semi permanente kantoorcontainers. Met de opening van de Euroterminal II in 2007 krijgt de Bentheimer Eisenbahn een nieuw kantoorgebouw bij de ingang van de terminal.

De BE heeft in 2007 bij de spoorwegautoriteiten een licentie aangevraagd om met eigen treinen in Nederland te rijden. Op dit moment bestaan plannen met eigen locomotieven tussen Coevorden en Rotterdam te gaan rijden. Om toestemming te krijgen is het in ieder geval noodzakelijk dat de voertuigen van de BE, die over het net van ProRail gaan rijden, beschikken over ATB. Als eerste wordt locomotief D20 voorzien van ATB. Als reserve krijgt ook locomotief D24 een ATB installatie. De BE beschikt niet over elektrische locomotieven dus verre weg het grootste deel van het traject zullen de diesellocomotieven onder de draad rijden. De eerste trein moet in begin van 2009 gaan rijden.

Kantoor van de Bentheimer Eisenbahn in de goederenloods aan het emplacement van station Coevorden. Foto R. van Wissen, 5 mei 1986.

Tijdelijk kantoor van de Euroterminal in Coevorden, langs de losweg achter de gebouwen van Henk Hentzen. Foto R. van Wissen, 29 mei 2004.

Op 7 juli 2019 hervat de BE het reizigersvervoer op het traject Bad Bentheim - Nordhorn - Neuenhaus. Daartoe wordt het baanvak volledig opgeknapt en koopt de BE nieuwe treinstellen. De 5 treinstellen zijn van het type Alstom Coradia Lint41. De treinen zijn gestoken in een blauw / wit uiterlijk en hebben daarmee wel enige overeenkomsten met de treinstellen van Arriva op de Vechtdallijnen. De treindiensten worden uitgevoerd onder de merknaam 'Regiopa Expres'. In Duitsland heeft deze verbinding het lijnnummer RB56. Het is de bedoeling om de treindienst in de toekomst te verlengen tot aan Coevorden. Dit zal echter een behoorlijke investering zijn om alle overwegen te beveiligen en de brug bij Coevorden te vervangen. Voor het onderhoud aan de treinstellen wordt het depot van Nordhorn aangepast. Het emplacement van Nordhorn wordt gesaneerd en er komt een eilandperron waar de treinen uit Bad Bentheim en Neuenhaus elkaar kunnen kruisen.

In het najaar van 2022 wordt een intentieverklaring getekend om het reizigersvervoer tussen Neuenhaus en Coevorden te reactiveren. Daartoe moet ProRail in Coevorden het stationsemplacement aanpassen. De BE moet alle overwegen tussen Neuenhaus en Coevorden beveiligen. Om de treindienst te kunnen rijden heeft de BE 3 extra treinstellen nodig. De BE kijkt welke type trein hiervoor het beste geschikt is, met accu's of met waterstof. Op 14 oktober 2022 rijdt als test een treinstel Flirt AKKU van leverancier Stadler tussen Bad Bentheim en Neuenhaus. Dit type treinstel kan zijn accu's opladen via de 15 kV bovenleiding in Duitsland. Echter niet met de 1500 V DC bovenleiding in Nederland zoals die in Coevorden aanwezig is. Het treinstel zal op een lading dus heen en weer tussen Bad Bentheim en Coevorden moeten kunnen rijden. Theoretisch is dat volgens de fabrikant mogelijk echter veel speling zit er niet in. Ook zal het treinstel in Bad Bentheim minimaal 15 minuten moeten kunnen laden voor het weer inzetbaar is. In het depot in Nordhorn is deze spanning ook niet aanwezig. De treinstellen zullen altijd in Bad Bentheim moeten laden.

In 2022 krijgt de BE haar veiligheidsattest weer terug van de ERA om buiten haar eigen netwerk met treinen te mogen rijden. Dit maakt de weg weer vrij om met reizigerstreinen door te rijden naar Coevorden. Dit veiligheidsattest was 3 jaar eerder ingeleverd.

In het kader van de Europese richtlijnen voor openbare toegang tot de railinfrastuctuur moet ook de BE haar spoorlijnen opstellen aan andere exploitanten. Met enige regelmaat zijn er treinen met locomotieven van andere vervoerders zoals de Mindener Kreisbahn (MKB) te zien op de sporen van de BE. De MKB rijdt een goederentrein naar Europark vanuit het Duitse Lehrte.

Onderstaande overzichten van de locomotieven is mede opgesteld aan de hand van het overzicht in het boek '100 Jahre Bentheimer Eisenbahn 1895 - 1995'.

Kantoor van de Euroterminal in Coevorden. Vanuit dit gebouw regelt de BE het transport in Coevorden en omstreken. Het linker logo is van de Bentheimer Eisenbahn. Foto R. van Wissen, 20 september 2008.

Station Nordhorn ingericht voor het hernieuwde reizigersvervoer met een eilandperron. Foto R. van Wissen, 21 maart 2023.

Stoomlocomotieven

Als trekkracht voor de eerste treinen koopt de Bentheimer Kreisbahn bij Hohenzollern 3 locomotieven. De eerste locomotieven krijgen geen nummers maar uitsluitend namen. Met de uitbreiding van het net groeit ook het aantal benodigde locomotieven. In 1911 bezit de Bentheimer Kreisbahn 11 stoomlocomotieven. Stoomlocomotief 12, gebouwd in 1925 door Hanomag, krijgt de naam Coevorden. In 1925 krijgen de dan aanwezige stoomlocomotieven een nummer. In 1940 worden de namen van de locomotieven verwijderd en gebruikt de Bentheimer Eisenbahn uitsluitend nog de nummers. Vrijgekomen nummers worden door de Bentheimer Eisenbahn regelmatig hergebruikt. Sommige nummers zijn al 3 keer of meer op verschillende locomotieven toegepast.

Diesellocomotieven

Diesellocomotief BE D1 (1)

Locomotief is gebouwd door de firma Deutz met fabrieksnummer 42860. De locomotief komt op 3 december 1949 in dienst van de Bentheimer Eisenbahn. De locomotief is voor december 1955 vernummerd in BE D11 (1) om het nummer vrij te maken voor de nieuwe aanwinst en paradepaardje.

Diesellocomotief BE D1 (2)

Locomotief gebouwd door de firma MaK met fabrieksnummer 500018 en nieuw geleverd aan de Bentheimer Eisenbahn. De locomotief heeft een dieselhydraulische aandrijving en 4 assen. De locomotief is tussen 30 december 1955 en 10 maart 1973 in dienst van de Bentheimer Eisenbahn.

Diesellocomotief BE D1 (3)

Locomotief gebouwd door de firma O&K met fabrieksnummer 26421. De locomotief heeft een dieselhydraulische aandrijving en 2 assen. De locomotief komt in juni 1994 in dienst van de Bentheimer Eisenbahn.

Diesellocomotief BE D2 (1)

De locomotief is in 1955 gebouwd door de firma MaK onder fabrieksnummer 500024 en nieuw geleverd aan de Bentheimer Eisenbahn. De locomotief heeft een dieselhydraulische aandrijving en 4 assen. De locomotief komt samen met de D1 (2) op 30 december 1955 in dienst van de Bentheimer Eisenbahn. In 1970 verkocht aan de firma Midgard.

Diesellocomotief BE D2 (2)

De locomotief wordt vernummerd in BE D6.

Diesellocomotief BE D2 (3)

De locomotief is in 1955 gebouwd door MaK onder nummer 600007. De locomotief heeft 4 assen en een diesel hydraulische aandrijving. De locomotief is tussen 11 november 1980 en 13 december 1983 in dienst bij BE.

Diesellocomotief BE D2 (4)

Voor het rangeren van goederenwagens heeft de BE een aantal kleine diesellocomotieven beschikbaar. Een daarvan is nummer D2. Dit is inmiddels de 4e locomotief die het nummer '2' draagt. Het is een 2-assige locomotief. De locomotief is gebouwd door O&K in 1964. De locomotief heeft een opvallend witte band rondom.

Locomotief BE D2 geniet van haar zondagsrust op het emplacement van Laarwald. Foto R. van Wissen, 30 september 2006.

-

Diesellocomotief BE D3

De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door MaK in 1958. Het fabrieksnummer van de locomotief is 1000011. De locomotief is tussen 1958 en 15 februari 1972 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D4

De 4-assige dieselhydraulische locomotief is gebouwd door MaK in 1959. Het fabrieksnummer van de locomotief is 1000017. De locomotief is tussen 20 december 1959 en mei 1989 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D5 (1)

Diesellocomotief BE D5 is een 4-assige 1000 pk sterke locomotief. De locomotief is gebouwd bij MaK met serienummer 10000056 in 1961. De locomotief komt op 16 juni 1961 in dienst van de Bentheimer Eisenbahn. In 1975 van de vorige eeuw wordt de locomotief verkocht.

Diesellocomotief BE D5 (2)

De tweede locomotief die het nummer BE D5 draagt is een kleine diesellocomotief met 3 assen. De locomotief is een type DE 500 gebouwd door Gmeinder met fabrieksnummer 5692. De locomotief heeft een vermogen van 700 pk. De locomotief is gebouwd in 1990. De eerste eigenaar is de Mülheimer Verkehrsgesellschaft (MVG), waar de locomotief dienst doet als nummer 8. Sinds 01 december 2005 maakt de locomotief deel uit van het BE-tractiepark. De letters BE staan opvallend groot op de zijkant van de locomotief geschilderd. Anno 2022 is de locomotief nog steeds aanwezig.

De 2e locomotief die het nummer BE D5 draagt. Foto XtraX.

-

Diesellocomotief BE D6

In eerste instantie heeft de locomotief het nummer D2 (2). De locomotief wordt vernummerd in BE D6. De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door MaK in 1960. Het fabrieksnummer van de locomotief is 800141. De locomotief is tussen 15 december 1960 en 31 oktober 1974 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D7

De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door MaK in 1957. Het fabrieksnummer van de locomotief is 800093. De locomotief is tussen 22 november 1965 en 16 juni 1972 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D8

Dieselhydraulische locomotief BE D8 is een 4-assige 1000 pk sterke locomotief. De locomotief is gebouwd bij MaK met serienummer 10000153 in 1962. De locomotief komt in november 1962 in dienst van de Bentheimer Eisenbahn. In de jaren '90 van de vorige eeuw krijgt de locomotief de naam "Nordhorn". In 1999 neemt de BE afscheid van de locomotief.

Locomotief BE D8 in Neuenhaus. Onbekende fotograaf, 19 juli 1974.

-

Diesellocomotief BE D10 (1)

De dieselmechanische locomotief is gebouwd door DW Kiel in 1940. Het fabrieksnummer van de locomotief is 683. De motor van de locomotief heeft 220 pk die de locomotief een maximum snelheid van 29 km/h kan geven. De locomotief is tussen 12 augustus 1970 en 10 april 1972 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D10 (2)

De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door Deutz in 1941. Het fabrieksnummer van de locomotief is 46516. De locomotief is tussen november 1971 en 1978 in dienst van de BE.

Diesellocomotief Köf II BE D10 (3)

Deze locomotief is de 3e die bij de BE het nummer D10 heeft. De D10 (3) is in 1941 bij Deutz in Duitsland met het fabrieksnummer 46539 gebouwd. De locomotief heeft een dieselhydraulische aandrijving. De locomotief weegt 17 ton en kan een maximumsnelheid bereiken van 45 k/h. De locomotief is in 1948 bij de DB met nummer Kbf 5057 in dienst gekomen. Ze beëindigt haar dienst bij de DB onder het nummer 323 036. In juli 1979 wordt ze door de BE aangekocht en ze komt na een renovatie in oktober 1979 in dienst. De locomotief is regelmatig in Coevorden voor het rangeren van goederenwagens. Als de locomotief niet nodig is, dan wordt ze naast de goederenloods geparkeerd. De D10 (3) is na het dienstverband bij de BE in de winter van 1995/96 overgegaan naar de museumlijn STAR in Stadskanaal.

Locomotief BE D10 (3) staat met een rangeerdeel op het emplacement van Coevorden. Op de achtergrond is het voormalige hotel "Van Wely" zichtbaar. Foto R. van Wissen, 5 mei 1986.

-

Diesellocomotief BE D11 (1)

Voorheen in dienst gekomen als BE D1. De locomotief blijft tot 7 november 1958 in dienst van de BE.

Diesellocomotief Köf II BE D11 (2)

Deze locomotief is in 1944 door Deutz met fabrieksnummer 47390 gebouwd. De locomotief heeft asindeling 'B' en een gewicht van 17 ton. Ze heeft een motor van 107 pk, waarmee ze een maximale snelheid van 37 km/h kan bereiken. De locomotief is gebouwd voor de firma Preussag in Osterwald. De locomotief rangeert daar oliewagens bij de olieterminal. In september 1964 wordt de terminal gesloten en is de locomotief werkeloos. In 1965 wordt ze overgenomen door de Bentheimer Eisenbahn en is daarmee de eerste locomotief van het type Köf bij de BE. Bij de BE is ze de 2e locomotief met het nummer D11.

De locomotief heeft een groot deel van haar carrière bij de BE in Coevorden gestaan. Daar wordt ze gebruikt voor het rangeren van goederenwagens op het emplacement. Als ze niet gebruikt wordt staat ze op het spoor langs de goederenloods. In 1980 ondergaat de locomotief een grote revisie waarbij tevens een nieuwe motor wordt ingebouwd. Deze motor heeft een vermogen van 128 pk en kan de locomotief een maximale snelheid geven van 45 km/h. in 1988 gaat de locomotief terzijde omdat ze dermate versleten is dat het goedkoper is om een andere tweedehands locomotief op te knappen.

Diesellocomotief Köf II BE D11 (3)

Deze locomotief is in 1951 door Gmeinder met fabrieksnummer 4671 gebouwd. De locomotief heeft asindeling 'B' en een gewicht van 17 ton. Met haar 128 pk sterke motor kan ze een maximumsnelheid behalen van 45 km/h. De locomotief komt als nummer Köf 6122 bij de DB in dienst. In haar DB-tijd heeft de locomotief rondgereden met de nummers 321 156 en 323 939. Op 11 december 1987 verlaat ze de actieve dient bij de DB. Ze komt in een pool met andere rangeerlocomotieven die de DB aanbiedt aan gegadigden. Juist in die tijd kijkt de BE rond of ze geen vervanging kunnen vinden voor de versleten D11 (2). Algauw komt het tot overeenstemming en verhuist de locomotief naar de BE. Ze krijgt bij de BE eveneens het nummer D11 (3). Ze is op 11 maart 1988 in dienst gekomen van de Bentheimer Eisenbahn.

Diesellocomotief BE D12 (1)

De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door MaK in 1956. Het fabrieksnummer van de locomotief is 220028. De locomotief is tussen 22 februari 1957 en 3 november 1980 in dienst van de BE.

Diesellocomotief Köf II BE D12 (2)

Deze locomotief is in 1941 door Deutz met fabrieksnummer 33271 gebouwd. De locomotief heeft asindeling 'B' en een gewicht van 17 ton. Met haar 128 pk sterke motor kan ze een maximumsnelheid behalen van 45 km/h. De locomotief is bij de DB in dienst gekomen als Köf 5012. Later heeft ze het nummer 321 076 en vanaf 1968 het nummer 323 488 gevoerd. De laatste jaren bij de BE rijdt de locomotief in Hamburg-Altona. Ze is op 10 april 1980 in het locomotievenbestand van de BE gekomen. Dit is de 2e locomotief die bij de BE het nummer D12 draagt. Na 3 maanden renovatie komt ze in juli 1980 in de actieve dienst.

Diesellocomotief MaK BE D13 (1)

Deze locomotief is in 1955 onder nummer 22029 gebouwd door de firma MaK en is van het type 240C. Op 21 juni 1976 komt de locomotief als BE D13 in dienst bij de Bentheimer Eisenbahn. In 1980 wordt de locomotief verkocht.

Diesellocomotief Köf II BE D13 (2)

Locomotief is gebouwd bij O&K in 1938 onder fabrieksnummer 20975. De locomotief heeft voorheen dienst gedaan bij de DB onder nummer 323 970. De locomotief komt in 1981 in dienst bij de Bentheimer Eisenbahn. In 2001 verlaat de locomotief de actieve dienst bij de Bentheimer Eisenbahn.

Locomotief BE D13 (2) in Neuenhaus klaar voor vertrek naar Nornhorn met een gesloten goederenwagen. Onbekende fotograaf, 3 januari 1990.

-

Diesellocomotief BE D14

De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door Deutz in 1944. Het fabrieksnummer van de locomotief is 47356. De locomotief is tussen 19 september 1980 en september 1994 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D15

De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door Jung in 1933. Het fabrieksnummer van de locomotief is 5494. De locomotief is vanaf 9 maart 1982 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D16

De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door Gmeinder in 1955. Het fabrieksnummer van de locomotief is 4877. De locomotief is vanaf november 1990 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D17

De dieselhydraulische locomotief is gebouwd door Gmeinder in 1960. Het fabrieksnummer van de locomotief is 13188. De locomotief is vanaf november 1990 in dienst van de BE.

Diesellocomotief BE D20 (1)

De locomotief is in 1962 gebouwd door de firma MaK onder fabrieksnummer 100092. De locomotief behoort tot de serie V100 later 211 van de DB. Bij de DB draagt de locomotief het nummer V100 1074 en later 211 074. In juni 1989 komt de locomotief in dienst bij de Bentheimer Eisenbahn. De locomotief is in 2003 afgevoerd uit het bestand van de BE.

Locomotief BE D20 (1) op het emplacement van Schoonebeek gereed om via Nieuw-Amsterdam terug te rijden naar Coevorden. Onbekende fotograaf, 3 maart 1994.

-

Diesellocomotief BE D20 (2)

Op 29 juni 2008 arriveert een locomotief bij de BE die het nummer D20 draagt. Het is de voormalige DB locomotief 221 147. De locomotief is in 1965 door Krauss Maffei gebouwd en als V200 147 in dienst gekomen. In 1989 is de locomotief samen 19 collega's door de DB verkocht aan de Griekse spoorwegmaatschappij OSE. Na een relatief korte inzet bij de Grieken komt de locomotief in 2002 terug bij de Prignitzer Eisenbahn. De locomotief ondergaat in de Arriva Werke GmbH werkplaats Neustrelitz een revisie. De locomotief heeft een voor de BE opvallende beschildering gekregen. De locomotief is voor een groot deel geel met daaronder een rode band. Op de zijkant in het gehele vlak van de locomotief staat de tekst: "Euroterminal Coevorden b.v.". Daaronder in de rode band staat het internetadres.

Op 18 juli 2008 vindt op de Euroterminal het officiële doopfeest plaats. Onder aanwezigheid van verschillende genodigden zoals Peter Hoffmann en Paul Ricken van de BE, Wolfgang Bacher (Arriva Werke) en Geert Roelens (VVD-wethouder van Coevorden) krijgt de nieuwe aanwinst de naam "Coevorden". Met de genodigden wordt daarna een korte rit van de Euroterminal naar het station van Coevorden gereden. Vlak na de overname moet de locomotief vanwege geconstateerde gebreken terug naar de leverancier. De Duitse inspectiedienst (EBA) geeft daarna geen toestemming om met de locomotief te gaan rijden. Pas in maart 2009 lijken alle problemen opgelost en wordt de locomotief actief gebruikt. In mei 2009 is het echter alweer mis en wordt de locomotief met een defecte synchronisatie weer aan de kant gezet.

Mogelijk dat de locomotief in de toekomst ATB ingebouwd krijgt, zodat de BE zelfstandig in Nederland kan gaan rijden. Vooralsnog wordt de locomotief ingezet voor grind- en houtvervoer. Anno 2012 heeft de locomotief nog niet op het Nederlandse spoorwegnet gereden. In juli 2020 wordt de locomotief verkocht aan Flex Bahndienstleistungen GmbH in Leipzig.

Locomotief BE D20 (2) in Coevorden. Foto XtraX, 2008.

-

Diesellocomotief BE D20 (3)

In juli 2021 koopt de Bentheimer Eisenbahn van RTB Cargo na de locomotieven DE 21 (3) en DE 22 (2) nog een locomotief van het type G2000-3 BB. Een locomotief krijgt bij de Bentheimer Eisenbahn het nummer D20 en is daarmee de derde locomotief met dit nummer.

Diesellocomotief BE D21 (1)

De locomotief is in 1970 gebouwd door de firma MaK onder fabrieksnummer 800165. De locomotief met een asindeling B' B' heeft een dieselhydraulische aandrijving. De motor heeft een vermogen van 1100 pk. Vanaf 17 november 1970 maakt de locomotief deel uit van het tractiepark van de Bentheimer Eisenbahn. In 1995 wordt deze locomotief verkocht aan de firma On Rail. Daar doet de locomotief dienst als nummer 18. Het nummer D21 wordt direct al weer gebruikt voor een andere locomotief.

Locomotief BE D21 (1) op het emplacement van Emlichheim. Onbekende fotograaf, 4 augustus 1988.

-

Diesellocomotief BE D21 (2)

De locomotief is in 1962 gebouwd door KHD onder fabrieksnummer 57362. De locomotief met een asindeling B' B' heeft een dieselhydraulische aandrijving. De locomotief heeft als type V100 bij de Deutsche Bahn dienst gedaan. De laatste jaren bij de DB doet de locomotief dienst als DB 211 125. De locomotief behoort sinds september 1995 tot het park van de BE. De locomotief wordt in 2015 verkocht aan AIX-rail.

Locomotief BE D21 (2) vertrekt met een goederentrein naar Laarwald. Foto XtraX, 7 oktober 2005.

-

Diesellocomotief BE D21 (3)

In maart 2018 koopt de Bentheimer Eisenbahn van RTB Cargo twee locomotieven van het type G2000-3 BB. Een locomotief krijgt bij de Bentheimer Eisenbahn het nummer D21 en is daarmee de derde locomotief met dit nummer.

Diesellocomotief BE D22 (1)

De locomotief is een zusje van D21 (1). De locomotief heeft van MaK het fabrieksnummer 800180 gekregen. De locomotief is op 3 oktober 1972 nieuw in dienst gekomen bij de Bentheimer Eisenbahn. De D22 houdt het langer vol bij de BE dan de D21. De D22 wordt in 2018 verkocht aan SRT Railway Technology in Italië.

Locomotief BE D22 (1) vertrekt met een goederentrein naar Laarwald van het emplacement van Coevorden. Foto J.H.S.M. Veen, 21 oktober 1972.

Locomotief BE D22 (1) op industrieterrein De Heege in Coevorden. Foto R. van Wissen, 30 september 2006.

Diesellocomotief BE D22 (2)

In maart 2018 koopt de Bentheimer Eisenbahn van RTB Cargo twee locomotieven van het type G2000-3 BB. Een locomotief krijgt bij de Bentheimer Eisenbahn het nummer D22 en is daarmee de tweede locomotief met dit nummer.

Locomotief BE D22 rangeert op het emplacement van station Bad Bentheim tijdens de Koningsdagrit van de NVBS. Foto R. van Wissen, 27 april 2023.

-

Diesellocomotief BE D23

Om het locomotievenpark te moderniseren koopt de Bentheimer Eisenbahn in 1980 voor de eerste keer een nieuwe dieselhydraulische locomotief bij MaK. De locomotief is van het type MaK G1202 BB. Naast het nummer D23 krijgt de locomotief ook de naam "Landkreis Grafschaft Bentheim". Met 1360 pk is de locomotief de tot dan toe sterkste machine van de BE. Anno 2022 is de locomotief nog steeds bij de Bentheimer Eisenbahn actief.

Locomotief BE D23 rangeert op het emplacement van station Coevorden. Foto R. van Wissen.

-

Diesellocomotief BE D24

Na het succes van de BE D23 volgt de aanschaf bij MaK van de D24. Deze locomotief is qua uiterlijk identiek aan de D23, maar beschikt over een dieselelektrische aandrijving met draaistroom motoren. De locomotief is van het type MaK DE 1002. De locomotief heeft met 1523 pk meer kracht dan de D23. De DE D24 is op 19 december 1983 toegevoegd aan het tractiepark van de Bentheimer Eisenbahn.

Op 12 maart 2022 rijdt de locomotief haar afscheidsrit het traject van de Bentheimer Eisenbahn. De locomotief is verkocht aan een nieuwe eigenaar in Servië. De naamplaat is al eerder van de locomotief verwijderd.

Locomotief BE D24 "Veldhausen-Neuenhaus" in Coevorden. Foto H. Kars, 20 maart 1990.

-

Diesellocomotief BE D25

De locomotief is in 1962 gebouwd door de firma Jung onder fabrieksnummer 13472. Net als de D20(1) en D21 (2) behoort de locomotief tot de serie V100 van de DB. De locomotief is als V100 1345 bij de DB in dienst gekomen. De laatste jaren bij de DB rijdt de locomotief met nummer DB 211 345. In februari 1990 komt de locomotief in dienst bij de Bentheimer Eisenbahn.

In 2015 is de locomotief verkocht aan de firma AIX-rail.

Locomotief BE D25 staat van haar zondagsrust te genieten op industrieterrein De Heege bij Coevorden. Foto R. van Wissen, 29 mei 2004.

-

Elektrische locomotief

Locomotief BE E01 (voorheen NS 1835)

Het is al een lang gekoesterde wens van de BE om zelfstandig treinen tussen Coevorden en Rotterdam te rijden. Tot nu toe moeten deze ritten worden uitbesteed aan ACTS en later RRF. In 2012 neemt de BE het besluit om de voormalige NS locomotief 1835 te kopen. Het inzetten van de locomotief heeft nog al wat voeten in aarden. In de tijd dat ACTS met een elektrische locomotief serie 1250 de tractie verzorgt, wordt de locomotief in Coevorden snel onder de bovenleiding geduwd en kan na het oplaten van de pantograaf nagenoeg direct wegrijden. Bij een moderne computergestuurde locomotief lukt dat niet en moet het geheel eerst opgestart worden, wat circa 10 minuten in beslag neemt. Gedurende die tijd is de doorgaande spoorlijn gesperd en zijn de overwegbomen in Coevorden dicht. Een situatie die op de enkelsporige spoorlijn Coevorden - Gramsbergen niet gewenst is. ProRail verbiedt dan ook sinds 2010 het op deze manier vertrekken vanuit Coevorden.

In de zomer van 2012 heeft ProRail spoor 5 van het emplacement van station Coevorden geëlektrificeerd. Op die manier kunnen elektrische locomotieven vanaf Coevorden vertrekken richting het westen. In oktober 2012 worden de eerste elektrische goederentreinen op die manier afgehandeld. Het transport tussen Coevorden en De Heege gaat op de gebruikelijke manier met een diesellocomotief. Na het openen van de spoorbrug en spoorboog in 2017 vervalt deze manier van vertrekken. Spoor 5 wordt bij de renovatie van het emplacement van Coevorden in 2019 opgebroken.

De locomotief rijdt de containertrein van Coevorden naar Rotterdam. Begin 2019 rijdt de trein 3 keer per week. Op maandag, donderdag en zaterdag vertrekt de trein vanuit Rotterdam. Op dinsdag, donderdag en zaterdag wordt van Coevorden naar Rotterdam gereden.

In 2021 neemt de Bentheim Eisenbahn weer afscheid van de eigen elektrische locomotief. De BE E01 wordt verkocht aan de firma Train Charter Services. De locomotief krijgt daar het nummer 102001 en wordt in een blauwe uiterlijk gestoken. In deze hoedanigheid is de locomotief onder andere belast met het trekken van de "Dinnertrain".

Locomotief BE E01 (voorheen 1835) op het emplacement van industrieterrein De Heege bij Coevorden. Foto R. van Wissen, 25 september 2012.

Locomotief BE E01 (voorheen 1835) komt met trein 50148 stipt op tijd om 12.07 uur door station Ommen. Foto R. van Wissen, 23 februari 2019.

Treinstellen

Alstom Coradia LINT-41

Voor de hernieuwde personendienst op het traject Bad Bentheim - Neuenhaus schaft de BE 5 treinstellen aan. De treinstellen worden besteld bij Alstom en zijn van het type Coradia LINT-41. De diesel treinstellen zijn genummerd VT111 t/m VT115. Het eerste treinstel wordt begin 2019 geleverd. De overige volgen in de weken daarna. De treinstellen pendelen de hele dag tussen Bad Bentheim en Neuenhaus. Sommige treinen in de ochtend- en avondspits worden in dubbeltractie gereden.

Treinstel VT113 rijdt richting Bad Bentheim ter hoogte van het Kurhaus even voor het station van Bad Bentheim. Foto R. van Wissen, 20 maart 2023.

-

De treinstellen kunnen in koppels van 2 samen rijden. De treinstellen zijn in onderhoud in de BE werkplaats in Nordhorn.

Treinstellen LINT VT648

In 2023 koopt de BE 6 treinstellen type LINT VT648 van de Deutsche Bahn. Voor de treinstellen moet de BE een bedrag van 3,18 miljoen Euro betalen. De treinstellen zijn bedoeld voor de uitbreiding van de dienstregeling naar Coevorden. Van de 6 treinstellen verwacht BE er 3 daadwerkelijk nodig te hebben. De overige 3 worden gebruikt voor onderdelen en / of worden mogelijk doorverkocht. De treinstellen krijgen de nummers VT116 t/m VT121. De treinstellen worden in 2 konvooien over gebracht van Mukran naar Nordhorn. Het eerste transport op 3 november 2023 met de treinstellen VT119, VT120 en VT121 komt zonder problemen in Nordhorn aan. Bij de overbrenging naar Nordhorn op 15 november 2023 wordt het konvooi van de 3 treinstellen VT116, VT117 en VT118 Lauenbrück van achteren aangereden door een passerende ICE4 met nummer 9462, die als trein 615 van Hamburg-Altona naar München onderweg is. Het konvooi was op een inhaalspoor gereden maar het laatste treinstel stond nog niet vrij toen de ICE passeerde. Het achterop lopende treinstel VT118 raakt zwaar beschadigd. Met een speciaal transport georganiseerd door Rail Adventure wordt uiteindelijk ook treinstel VT118 op 8 februari 2024 naar de BE overgebracht. Daartoe wordt het treinstel op het emplacement van Rotenburg (D) op hulpdraaistellen geplaatst. De treinstellen staan voorlopig in Coevorden te wachten op renovatie.

Drie treinstellen uit de serie VT648 staan opgesteld op het Europark in Coevorden. Voorop staat treinstel VT117. Foto R. van Wissen, 3 augustus 2024.

-

Speciale ritten

Treinstel VT 624

Op 11 december rijdt de DB voor het laatst met materiaal van het type VT 624 tussen Gronau en Enschede. Om dit te herdenken wordt op 19 juni 2004 op initiatief van Michael Schumann, een particulier uit Münster een speciale rit met treinstel VT 624 638/677 over het net van de Bentheimer Eisenbahn gereden. Daarbij doet het treinstel ook station Coevorden aan.

Treinstel VT 624 rijdt over de draaibrug van het Coevorden-Vechtkanaal bij Coevorden. Foto XtraX, 19 juni 2004.

Locomotief V65.001 rijdt vanuit Coevorden het spoor van de Bentheimer Eisenbahn op. Foto XtraX, 24 juli 2004.

Trein getrokken door V65.001

Op 24 juli 2004 rijdt een trein getrokken door locomotief V65.001 van de Osnabrücker Eisenbahn Freunde het traject Bentheim Nord naar Coevorden. Achter de locomotief hangt een stam zogenaamde "Donderbussen".