Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij

Home Inhoud Terug
Contact

Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij Deventer - Ommen (OLDO), 1910 - 1935

Gewijzigd: l:20-05-2024

Gegevens

Oprichting: 5 juni 1907
Spoorwijdte: 1435 mm
Opheffing: 15 mei 1935
Overgenomen door: Geen, afbraak spoorlijn. Als vervangend vervoer gaat de firma A.H. Hardon uit Deventer een busdienst exploiteren.

Algemeen

Al lange tijd bestaan er in Overijssel plannen om een lokaalspoorlijn aan te leggen tussen Deventer en Ommen. Een subsidie aanvraag voor een stoomtramlijn Deventer - Ommen wijst de Kamer van Koophandel in Deventer op 23 mei 1898 af. De heren Loep en Burtet vragen in 1898 een concessie aan voor een spoorlijn. De Kamer van Koophandel benoemt daarop een commissie die de mogelijkheden voor de spoorlijn Deventer - Ommen moet gaan onderzoeken. In 1899 komt het idee op tafel om niet Ommen maar Mariënberg als eindpunt te kiezen voor de spoorlijn. De OLDO-spoorlijn zou dan in de buurt van Den Ham op de NOLS moeten aansluiten. Daartoe zou de NOLS-spoorlijn Ommen - Mariënberg naar het zuiden moeten worden verlegd in de richting Den Ham om daar een aansluiting tussen NOLS en OLDO te realiseren. In 1900 vervalt dit idee weer en gaat men uit van een aansluiting in Ommen.

Net als bij de NOLS stelt de Staat der Nederlanden als eis voor de spoorlijn, dat particulieren en gemeenten 1/3 van de bouwkosten bijeenbrengen. Reeds in 1900 meldt de commissie, dat het geld aanwezig is. De gemeente Deventer is bereid gevonden om een ton in de spoorlijn te investeren. De Staat blijkt echter niet zo enthousiast te zijn en geeft pas in 1905 groen licht voor de renteloze voorschotten. Op 5 juni 1907 vindt de oprichting van de Overijsselsche Locaalspoorlijn Deventer - Ommen (OLDO) plaats. De maatschappij heeft als doel om een spoorlijn aan te leggen en te exploiteren tussen Deventer en Ommen met een mogelijke verlenging naar Hoogeveen. Deze uitbreiding, die een directe verbinding tussen Deventer en Groningen moet creëren, is nog wel een aantal keren ter spraken gekomen echter nooit uitgevoerd. Begin 1913 is de aanleg volgens de media zelfs aanstaande en wordt er bij de uitbreiding van station Hoogeveen voor de spoorverdubbeling Zwolle - Groningen zelfs rekening mee gehouden. Evenals de NOLS exploiteert de OLDO de spoorlijn niet zelf, maar laat dit doen door de Staatsspoorwegen. Deze zet lichte stoomlocomotieven met lokaalspoorrijtuigen in. Motortractie heeft in de reguliere dienst niet plaats gevonden.


[oldo_002]
Op het station van Deventer is het voormalige vertrekspoor van de OLDO nog herkenbaar in de dakconstructie op het perron.
Foto R. van Wissen, 29 november 1986.

[oldo_001]
Voormalig station Diepenveen Oost van de OLDO in gebruik als woning.
Foto J. Hoevenagel, datum onbekend.

Net als de NOLS krijgt de OLDO voor 1 gulden per station het medegebruiksrecht van de SS-stations Deventer en Raalte. De NOLS is echter niet van plan haar station Ommen voor die prijs aan de OLDO ter beschikking te stellen. Opmerkelijk is dat de Raad van Toezicht de NOLS hierin steunt. Daarvoor in de plaats komt een eenmalige afkoopsom van NLG 30.000,00. Als tegenprestatie moet de NOLS voor hetzelfde bedrag aandelen van de OLDO kopen. De NOLS ontvangt na de opening van de OLDO zodoende ieder jaar een klein bedrag aan dividend voor de aandelen.

Even voor de brug over de Regge aan de kant van Zwolle bij kilometer 21,882 in de NOLS-lijn sluit de OLDO aan op het spoor van de NOLS. Vanuit een wachthuisje, dat bij de brugwachterswoning staat, wordt het wissel bediend. Het stuk spoorlijn tussen de brug over de Regge en het emplacement van Ommen gebruiken de NOLS en de OLDO gemeenschappelijk. Om de doorgaande treinen naar Coevorden niet te hinderen laten de Staatsspoorwegen in Ommen een extra perron maken met een aantal opstelsporen. Een waterreservoir en een enkelsporige locomotiefloods moeten voor de verzorging van de locomotief zorgen. Op zaterdag 19 februari 1910 verongelukt een bouwtrein in de buurt van de toekomstige halte Wesepe. De locomotief trekt 5 zandwagens uit de rails die daardoor kantelen. Op de zandwagons zitten 5 personen die bekneld raken en medische hulp nodig hebben. De Staatsspoorwegen besteden de uitbreidingen in Ommen met bestek SS-1211 op 1 maart 1910 aan. Dit is opmerkelijk laat gezien de opening 6,5 maand later. Op 24 september 1910 vindt de officiële opening plaats. Op 1 oktober 1910 begint de feitelijke exploitatie door de Staatsspoorwegen. De volgende stations, haltes en stopplaatsen zijn gerealiseerd:

De gebouwen van de OLDO zijn afgeleid van het ontwerp van de NOLS. Net als de NOLS maakt de OLDO onderscheid in stations, haltes en stopplaatsen. De stationsgebouwen van Diepenveen Oost en Lemelerveld lijken sterk op het stationsgebouw van Gieten of Gramsbergen. De haltegebouwen van Eikelhof en Wesepe lijken of de haltegebouwen van o.a. Weerdinge, Valthe of Exloo. De bovenverdieping en het dak wijken echter af. Ook de schuilplaatsen lijken sterk op de exemplaren langs de NOLS, al is de opening in het midden kleiner. Hetzelfde geldt voor de brugwachterswoningen.

Begin jaren 30 van de 20e eeuw is de exploitatie van de spoorlijn dermate verliesgevend dat opheffing onomkeerbaar is. De laatste jaren zijn ook de stations en haltes gedegradeerd tot stopplaatsen langs de spoorlijn, zonder eigen stations- of haltechef. Een verlenging van de OLDO naar Hoogeveen is er niet gekomen. De directie van de OLDO verkoopt de spoorlijn en gebouwen aan de NS. De NS stopt de exploitatie direct en laat de spoorlijn afbreken. Op 14 mei 1935 rijdt de laatste trein tussen Ommen en Deventer, die het eindstation volgens de dienstregeling om 19.14 uur moet bereiken.


[oldo_005]
Stationsgebouw van Lemelerveld met personeel in de eerste jaren na de opening van de OLDO.
Ansichtkaart, fotograaf en datum onbekend.

-

Een dag na het stopzetten van de exploitatie per trein gaat de busonderneming A.H. Hardon uit Deventer op het traject Deventer - Ommen een busdienst beginnen. De firma Hardon exploiteert reeds een busdienst tussen Deventer en Zwolle en is in 1935 ook de exploitant van de stadsdienst in Zwolle.

Op 23 september 1935 wordt in Deventer een algemene aandeelhoudersvergadering van de OLDO gehouden. Het saldo van 1934 ad NLG 16.168,00 wordt overgeschreven op de bouwrekening. De jaarrekening wordt goedgekeurd door de aandeelhouders. Het tracé is door het Rijk genaast. Onbekend is wat het Rijk met de grond gaat doen. Het departement van Defensie zou belangstelling hebben in de spoorlijn. De voorzitter mr. F.W.R. Wittewaal, burgemeester van Deventer, deelt mee dat de commissarissen niet akkoord gaan met de naastingsprijs van NLG 67.000. De totale schulden bedragen NLG 480.000. Het renteloze voorschot van het Rijk bedraagt NLG 359.000. De onderhandelingen over de naastingsprijs zullen voortduren.

Na het beëindigen van de dienst Deventer - Ommen vereenvoudigt de NS het emplacement van Ommen. De 2 zuidelijke sporen verdwijnen in 1937 evenals het derde perron. De locomotiefloods en het waterreservoir vallen gelijktijdig ten prooi aan de slopershamer. De waterbakken van het reservoirgebouw van Ommen krijgen in 1941 een nieuwe bestemming in het reservoirgebouw van Zuidbroek. De stations- en haltegebouwen veranderen in normale woonhuizen. De stationsgebouwen van Diepenveen Oost en Lemelerveld zijn inmiddels gesloopt.