Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij

Home Inhoud Terug
Contact

De jaren 30 van de 20e eeuw, dreiging algehele opheffing

Gewijzigd: l:18-05-2024

Opening Noorder Dierenpark Emmen

In 1934 begint Willem Oosting met de bouw van een dierentuin in de tuin van zijn ouders gelegen in het hart van Emmen. Een groot gedeelte van dieren komt woensdag 22 mei 1935 per trein aan op het station van Emmen. Een paar goederenwagens vol kisten met allerlei dieren uit Hagenbeck's beroemde park te Stellingen bij Hamburg (D). Per vrachtwagen worden de kamelen, beren, zebra's, wolven, wilde honden, gemzen en vele andere viervoeters, alsmede tal van vogelsoorten waaronder flamingo's, struisvogels, maraboes, kaketoes, gieren, de adellijke condor en wat dies niet meer zij naar het terrein in het centrum van Emmen gereden. Op het terrein staan de keurige verblijven al te wachten op de nieuwe bewoners.

Op maandag 27 mei 1935 vindt de officiële opening plaats door burgemeester Bouma met diverse genodigden. De eerste grote dag is Hemelvaartsdag, donderdag 30 mei 1935, als meer dan 5.000 mensen op de nieuwe attractie afkomen. Het centrum van Emmen is overvol en de agent van dienst heeft zijn handenvol aan het regelen van het verkeer. Er zullen nog vele drukke dagen volgen.

Vooral in de zomermaanden trekt het Noorder Dierenpark veel bezoekers. De EDS laat speciale trams vanuit Oost-Groningen naar Emmen rijden. De Nederlandsche Spoorwegen verzorgen dagtochten naar de dierentuin. Reizigers uit het hele land kunnen voor een vast bedrag met de trein naar Emmen en hebben toegang tot de dierentuin. Bij het binnenrijden van de trein in Emmen hebben de bezoekers al een blik op een deel van de dierentuin dat grenst aan de spoorbaan. In 2016 vertrekt de dierentuin naar een andere locatie in Emmen en verandert de naam in Wildlands. Op de oude locatie blijft een mooi park over.


Sluiting Zuidbroek - Delfzijl

Het traject gedeelte tussen Zuidbroek en Delfzijl is al jaren onrendabel. Het vervoer van en naar de haven van Delfzijl heeft nooit die omvang gehaald die de NOLS ervan verwacht heeft. Als laatste poging de verliezen te beperken voeren de Nederlandsche Spoorwegen vanaf begin 1934 de dienst uit met motorwagens type omBC 1901 - 1903. Op 19 maart 1934 nemen de leden van de Raad van Commissarissen van de Staatsspoorwegen een principe besluit om de spoorlijn Delfzijl - Zuidbroek te sluiten. Op 11 april 1934 stelt de directeur van de NOLS voor om alle eigendom te verkopen aan de Staatsspoorwegen. Tevens dienen de bruggen na de sluiting zo snel mogelijk verwijderd te worden om te voorkomen dat er nog veel geld betaald moet worden aan de waterschappen. Op 6 september 1934 meldt het Ministerie van Waterstaat dat het Ministerie van Financiën geen bezwaar heeft tegen het staken en opbreken van de spoorlijn Zuidbroek - Weiwerd. Op de 1 december 1934 stopt de NS met de exploitatie op het traject Zuidbroek - Weiwerd. Het traject Weiwerd - Delfzijl blijft in dienst als onderdeel van de Woldjerspoorlijn. Het baanvak is 24 jaar en 11 maanden oud. Begin 1935 verkoopt de NOLS al het onroerend goed (percelen, rails en gebouwen) van de spoorlijn Zuidbroek - Delfzijl aan de Nederlandsche Spoorwegen. De Nederlandsche Spoorwegen betalen voor de complete boedel "slechts" NLG 10.000,00. Hoewel de verkoop in de loop van 1935 wordt ondertekend, gaat de overdracht met terugwerkende kracht in op 1 januari 1935. Op 17 december 1935 schrijft de secretaris generaal van het Ministerie van Waterstaat een korte notitie aan de Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht. In de notitie geeft het Ministerie toestemming om de spoorlijn Zuidbroek - Weiwerd op te breken. Na het opbreken van de spoorlijn in 1936 willen de Nederlandsche Spoorwegen van de grond af. De provincie Groningen wordt gevraagd om de grond over te nemen. In totaal gaat om een perceel van 17,9 kilometer met een gemiddelde breedte van 20 meter inclusief de bijbehorende sloten. Bij de voormalige haltes en stations is het perceel breder. In totaal heeft het perceel een oppervlakte van ruim 52 hectare. De provincie is bereid om NLG 35.000,00 te betalen op voorwaarde dat de bovenbouw en de brug over het Winschoterdiep zijn verwijderd. De provincie zal zich ontfermen over de onderbouw en zorgen voor een nieuwe bestemming.

Na het weghalen van de rails tussen Zuidbroek - Weiwerd passen de Nederlandsche Spoorwegen het emplacement van Weiwerd aan op de exploitatie van de spoorlijn Groningen - Delfzijl. Om de sluiting officieel mogelijk te maken moeten de statuten van de NOLS wijzigen. Daartoe houdt de NOLS op 21 december 1934 een buitengewone aandeelhoudersvergadering in de Buitensociëteit te Zwolle. De Nederlandsche Spoorwegen breken het stationsgebouw en het nevengebouw van Noordbroek niet af, maar deze blijven in gebruik als woning. Tussen 1934 en 1980 zijn er geen noemenswaardige veranderingen aan het uiterlijk van de gebouwen aangebracht. Alleen de bogen boven de ramen van het stationsgebouw worden in de loop der tijd wit geschilderd. In 1980 staat het stationsgebouw echter leeg. Alle ramen zijn ingegooid en een deel van de dakpannen zijn naar beneden gevallen. Daarna volgt sloop van het gebouw.


Dreiging algehele opheffing

Tijdens de buitengewone aandeelhoudersvergadering op 14 februari 1938 besluiten de aandeelhouders de eigendommen van de NOLS te verkopen aan de NS. Op 22 maart 1938 wordt de overeenkomst van november 1899 tussen de Staat, Staatsspoorwegen (nu NS) en NOLS ontbonden. Op 23 april 1938 vindt nogmaals een buitengewone aandeelhoudersvergadering. Tijdens deze bijeenkomst worden alle eigendommen zoals gebouwen en percelen van de NOLS verkocht aan de NS. De koopprijs wordt vastgesteld op NLG 250.000,00. De NS hoeft het bedrag echter niet te betalen omdat de Staatsspoorwegen, als rechtsvoorganger van de Nederlandsche Spoorwegen, een grotere vordering bij de NOLS heeft uitstaan. De verkoopdatum wordt met terugwerkende kracht vastgesteld op 1 januari 1938.

Het gaat met de hele spoorwegen in Nederland niet goed. Op veel spoorlijnen rijden de treinen met grote verliezen. De Nederlandsche Spoorwegen stellen plannen op om alleen met de winstgevende spoorlijnen door te gaan. Alle andere spoorlijnen willen de Nederlandsche Spoorwegen sluiten of alleen voor het goederenvervoer exploiteren. De winstgevende spoorlijnen zijn hoofdzakelijk de spoorlijnen tussen de grote steden. Op 31 mei 1938 maken de Nederlandsche Spoorwegen reorganisatieplannen bekend voor de NOLS-lijnen. Met ingang van 2 oktober 1938 willen de Nederlandsche Spoorwegen al het personenverkeer op de NOLS-lijnen stopzetten. De spoorlijnen Almelo - Mariënberg - Coevorden - Emmen (60,2 km), Assen - Stadskanaal (27,1 km) en Wildervank - Zuidbroek (9,8 km) blijven open voor goederenverkeer. Het traject Almelo - Emmen willen de Nederlandsche Spoorwegen met stoomtractie exploiteren. Op beide andere trajecten zal een locomotor voor de tractie zorgen. De Nederlandsche Spoorwegen zijn voornemens om alle overige trajecten af te breken. De Minister van Waterstaat heeft op zich geen bezwaar tegen deze plannen. Als voorwaarde stelt hij wel dat de plaatsen aan de NOLS-lijnen moeten beschikken over geregeld autobusvervoer. Dit is echter een probleem, omdat de wegen in dit deel van het land nog ronduit slecht zijn, zeker voor zware autobussen. De gemeente Ommen maakt de minister attent op de wegen rond Ommen. Deze zijn te slecht voor een betrouwbare busverbinding met Zwolle. De minister is het met dit argument eens en stelt voor de wegen te verbeteren. Tot dat deze wegen klaar zijn, zal Ommen zijn trein verbinding met Zwolle behouden.

Net als Ommen proberen vele gemeenten uitstel van sluiting te krijgen. In de veenkoloniën ontstaat een comité van actie tot het behoud van de NOLS. In dit comité hebben diverse prominenten uit de omgeving zitting. Het comité kiest de burgemeester van Veendam tot voorzitter. Samen probeert men argumenten te bedenken om de minister tot andere gedachten te brengen en de inwoners van de veenkoloniën te bewegen om van de trein gebruik te maken.

De minister besluit van algehele sluiting op korte termijn af te zien. Echter de Nederlandsche Spoorwegen voeren in 1938 en 1939 wel een ingrijpende sanering door. Het traject Emmen - Gasselternijveen verliest op 2 oktober 1938 haar reizigerstreinen gevolgd door de goederentreinen op 31 oktober van datzelfde jaar. De trajecten Assen - Stadskanaal en Stadskanaal - Zuidbroek zouden per 1 december 1938 sluiten. In afwachting van een definitieve beslissing is er uitstel tot 14 mei 1939.

De minister van Defensie is met de gang van zaken echter niet ingenomen. Hij verwijt zijn collega van Waterstaat alleen te kijken naar economische motieven. De spoorlijnen van de NOLS hebben daarentegen ook een strategisch belang. Zij vormen naast de verbinding Zwolle - Meppel de enige spoorverbinding tussen het noorden en de rest van Nederland. Als het traject Zwolle - Meppel om welke reden dan ook gestremd raakt, is er nog treinverkeer mogelijk via Zwolle - Gasselternijveen. Is deze spoorlijn er niet meer, dan ontstaat een isolatie van het noorden.

De Gezamenlijke Middenstand-Verenigingen, Verenigingen voor Vreemdelingenverkeer, Vereniging voor plaatselijke belangen, Maatschappij Handel en Nijverheid van Veendam, Wildervank en Stadskanaal bundelen hun krachten en starten een promotiecampagne voor het behoud van de NOLS. In een speciale folder "Hij rijdt nog! Veenkoloniaal belang voor...reist per spoor!" proberen de organisaties het publiek aan te sporen gebruik te maken van de trein en daarmee het bestaan van de NOLS te waarborgen.

De tekst van de folder luidt als volgt:



Aan onze rechtmatige wensen ten aanzien van
de dienstregeling en materiaal is nog wel bij lange na
niet voldaan, maar in elk geval rijden er betere rijtuigen.

Het hangt thans goeddeels van U af,
of wij "Onze trein" zullen behouden.

Zijt Gij met ons van mening, dat een spoorverbin-
ding in het algemeen een levensbelang is voor de
Veenkoloniën?

Dat, indien wij de trein moeten missen, wij in het
bijzonder ernstig gedupeerd zullen zijn bij slechte
weersomstandigheden of indien wij moeten reizen
met zware bagage, fietsen en kinderwagen?

Dat deze bezwaren te meer klemmen, zolang ons
wegennet in zeer slechten staat verkeert?

Steunt ons dan in onze strijd en
maak zoveel mogelijk gebruik van
de trein!

Om na een eventuele sluiting van de NOLS toch over een goed openbaarvervoer te beschikken besluiten de gemeenten Ommen, Ambt- en Stad-Hardenberg over te gaan tot het oprichten van een N.V. tot Exploitatie van een autobus onderneming "de Vechtstreek" ten dienste van de verkeersbelangen in Noordoost Overijssel. Op 15 mei 1939 keurt de gemeenteraad van Ommen dit voorstel met de 10 tegen 1 stem goed. Tevens besluit de gemeente om voor NLG 25.000,00 deel te nemen in eerder genoemde N.V. De enige tegenstemmer is de heer Moerman van de SDAP die van mening is dat de gemeente het oprichten van een busonderneming moet overlaten aan het particuliere initiatief.

Het traject Zwolle - Emmen blijft uiteindelijk open voor zowel reizigers- als goederenvervoer. Een aantal onrendabele stations moet sluiten. Na 15 mei 1938 stoppen er geen personentreinen meer in Rechteren, Vilsteren, Dalen en Dalerveen. Vanaf 2 oktober 1938 stoppen er geen reizigerstreinen meer in Zuidbarge.

Per 14 mei 1939 heffen de Nederlandsche Spoorwegen het treinvervoer op de spoorlijnen Assen - Stadskanaal en Stadskanaal - Zuidbroek op en vervangt dit en door een busdienst. Deze busdienst stopt bij de stationsgebouwen van de NOLS en rijdt ook hetzelfde traject als de trein. Deze autobussen kunnen niet concurreren met de andere al bestaande autobusdiensten. Deze doen namelijk ook andere plaatsen aan en stoppen meestal in het centrum van de plaats. Hierdoor is het passagiers aanbod van deze diensten vele malen groter dan de vervangende autobusdiensten van de spoorwegen.

Op een grote vergadering van het Comité van Actie in hotel Dopper te Stadskanaal in januari 1939 stelde het comité-lid Bergmeijer, dat de enige redding voor de NOLS het afschaffen van alle autobusdiensten is. Op deze manier zou de belangstelling voor de trein weer toenemen en kan er weer spraken zijn van een rendabele exploitatie.

Bij het afscheid van burgemeester De Zee van Veendam op 28 april 1939 verliest de streek een groot voorstander van de NOLS. Tijdens zijn afscheidsrede zegt hij over de NOLS. "Een plaats van de betekenis van Veendam (is) van het spoorwegnet afgesneden. Dit betekent voor mij een degradatie van de gemeente en een groot onrecht tegenover de gehele Veenkoloniën."

Doordat de ATO het stukgoederenvervoer overneemt verminderen de werkzaamheden op de emplacementen van de spoorwegen. Voor 1 commies, 1 arbeider-telegrafist, 2 stationsambtenaren, 1 ladingmeester, 1 voorman-arbeider, 1 schaalknecht, 1 rangeerder, 1 arbeider en 1 loopjongen is geen werk meer op het emplacement van station Stadskanaal H.S.. De spoorwegen bieden de medewerkers een vervangende baan aan op een ander emplacement.